ECLI:NL:RBDHA:2022:10987

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 oktober 2022
Publicatiedatum
24 oktober 2022
Zaaknummer
C/09/634806 22-802
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot inzet van extra keuringspersoneel door NVWA in kort geding

In deze zaak heeft Compaxo Vlees Zevenaar B.V. een kort geding aangespannen tegen de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door de NVWA, met als doel de NVWA te verplichten om per 31 oktober 2022 voldoende gekwalificeerd keuringspersoneel ter beschikking te stellen voor de uitvoering van officiële controles op hun slachtlocatie. Compaxo had in juni 2021 een overeenkomst gesloten met een afnemer om de slachtcapaciteit per 1 oktober 2022 aanzienlijk uit te breiden, wat een grotere inzet van keuringspersoneel vereiste. De NVWA heeft echter aangegeven dat het niet mogelijk is om het benodigde personeel tijdig te leveren, vanwege een structureel tekort aan dierenartsen en assistenten, dat is verergerd door externe factoren zoals de Brexit en de vogelgriep.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er geen sprake is van een onvoorwaardelijke toezegging van de NVWA om het extra personeel te leveren. De NVWA heeft weliswaar aangegeven zich maximaal in te spannen om personeel te werven, maar heeft geen garantie kunnen geven. De rechter oordeelt dat Compaxo, ondanks haar investeringen en contractuele verplichtingen, het risico heeft genomen dat de NVWA niet in staat zou zijn om het benodigde personeel tijdig te leveren. De vorderingen van Compaxo zijn afgewezen, en zij is veroordeeld in de kosten van het geding.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Team handel - voorzieningenrechter
zaak- / rolnummer: C09/634806 / KG ZA 22/802
Vonnis in kort geding van 20 oktober 2022
in de zaak van
Compaxo Vlees Zevenaar B.V.te Zevenaar,
eiseres,
advocaten mr. drs. K.J. Defares en mr. J. Jansen te Amsterdam,
tegen:
Staat der Nederlanden (Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, meer bepaald de Nederlandse voedsel en warenautoriteit)te Den Haag,
gedaagde,
advocaten mr. A. J. de Heer en mr. M. Dijkstra te Den Haag.
Partijen worden hierna respectievelijk aangeduid als ‘Compaxo’ en ‘de NVWA’.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding 21 september 2021, met producties;
- de conclusie van antwoord met producties, met productie 9;
- de op 6 oktober 2022 gehouden mondelinge behandeling, waarbij door Compaxo pleitnotities zijn overgelegd.
1.2.
Ter zitting is vonnis bepaald op heden.

2.De feiten

Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.
2.1.
Compaxo exploiteert een bedrijf dat zich onder meer bezighoudt met het slachten van varkens ten behoeve van de vleesverwerking. De NVWA is verantwoordelijk voor de uitvoering van officiële controles van vers vlees als bedoeld in artikel 5, lid 1 sub e, van Verordening 2017/625. Op grond daarvan zijn bij Compaxo namens de NVWA verplicht keurende dierenartsen en KDS-assistenten aanwezig ten behoeve van de kwaliteitscontroles van vlees.
2.2.
Compaxo heeft in juni 2021 een overeenkomst gesloten met een afnemer om per 1 oktober 2022 substantieel meer varkens te gaan slachten. Daarvoor is een uitbreiding van de keuringsinzet aan de zijde van de NVWA nodig, nu - anders dan voorheen - beoogd wordt per dag te gaan slachten in twee diensten van elk 8 uur, tussen 6:00 uur en 22.00 uur. Dat betekent een uitbreiding van 6 uur per dag.
2.3.
Bij e-mail van 2 december 2021 heeft Compaxo de NVWA formeel verzocht om per 1 oktober 2022 te voorzien in meer gekwalificeerde en ervaren personeelsleden ter uitvoering van de officiële controles op haar bedrijf, in verband met de voorgenomen uitbreiding van haar productie.
2.4.
Bij e-mail van 6 december 2021 is door de NVWA bevestigd dat het verzoek om uitbreiding is ontvangen. De betreffende mail vermeldt voor zover van belang het navolgende:
“Zowel de NVWA als de KDS zullen de werving opstarten om voldoende capaciteit beschikbaar te hebben om de diensten te kunnen invullen. Wij zullen u van de voortgang van de werving op de hoogte houden. Een garantie op voorhand kunnen wij helaas niet geven omdat zowel de werving als het verloop van medewerkers onvoorspelbaar is.”
2.5.
Op 25 februari 2022 heeft de NVWA per mail aan Compaxo nogmaals laten weten dat zij haar uiterste best doet om de vraag te kunnen invullen. De mail vermeldt voorts:
“Ondanks dat ik u beiden geen definitieve toezeggingen kan doen, wordt wel de maximale inspanning geleverd.
2.6.
Compaxo heeft de NVWA verzocht haar op de hoogte te houden van de voortgang en te kennen gegeven bereid te zijn mee te denken. In een bespreking tussen partijen op 22 juni 2022 is namens de NVWA aan Compaxo medegedeeld, dat het de NVWA waarschijnlijk niet gaat lukken per 1 oktober 2022 voldoende gekwalificeerd en ervaren personeel ter beschikking te stellen voor de controles van vers vlees. Vervolgens zijn twee sprintsessies gehouden met betrokkenen in een poging een oplossing te vinden. Dat heeft niet tot resultaat geleid. Compaxo heeft te kennen gegeven er gerechtvaardigd op te hebben vertrouwd dat de uitbreiding van keuringscapaciteit zou worden gerealiseerd en heeft aangegeven zich niet te zullen neerleggen bij een afwijzing.

3.Het geschil

3.1.
Compaxo vordert – zakelijk weergegeven – primair, de NVWA te bevelen per 31 oktober 2022 voldoende en ervaren personeelsleden ter beschikking te stellen voor de uitvoering van de officiële controles op de slachtlocatie van Compaxo Zevenaar, gedurende vijf dagen per week, in twee diensten van 8 uur per dag, op straffe van een dwangsom, dan wel, subsidiair, de NVWA te bevelen uiterlijk 31 oktober 2022 te starten met de eigen werving en aanvullend hierop de bestaande uitzendbureaus [bedrijf 1] en [bedrijf 2] opdracht te geven voor de werving van vijf toezichthoudende dierenartsen en acht officiële assistenten, tegen marktconforme tarieven, op straffe van een dwangsom, althans een andere passende voorziening te treffen, een en ander met veroordeling van de NVWA in de kosten van de procedure.
3.2.
Daartoe voert Compaxo – samengevat – het volgende aan. De NVWA is op grond van het Unierecht verantwoordelijk voor de verplichte officiële controles van vlees en moet daarom zorgdragen voor voldoende gekwalificeerd keurend personeel, in casu dierenartsen en assistenten. Compaxo heeft ruim op tijd (meer dan negen maanden van tevoren) aangegeven haar slachtcapaciteit te willen uitbreiden. Zij heeft al aanzienlijke investeringen gedaan en is nieuwe contractuele verplichtingen aangegaan. De NVWA is daarom gehouden per 30 oktober 2022 voldoende keuringspersoneel ter beschikking te stellen, zodat de extra slacht kan worden gerealiseerd. Compaxo heeft er gerechtvaardigd op mogen vertrouwen dat personeel voorhanden zou zijn. De NVWA is op grond van het Unierecht immers verplicht dat personeel te leveren; dat betreft een resultaatsverplichting. Het verweer van de NVWA dat er onvoldoende personeel beschikbaar is slaagt niet. Navraag van Compaxo leert dat gespecialiseerde uitzendbureaus nog voldoende ervaren en gekwalificeerd personeel kunnen werven, aldus Compaxo.
3.3.
De NVWA voert verweer, dat hierna, voor zover nodig, zal worden besproken.

4.De beoordeling van het geschil

4.1.
In geschil is of de NVWA gehouden is meer keuringspersoneel bij Compaxo te stationeren.
4.2.
De voorzieningenrechter stelt voorop dat duidelijk is dat Compaxo een groot commercieel belang heeft bij uitbreiding van de keuringscapaciteit. Zij heeft reeds in juni 2021 een overeenkomst getekend, waarbij zij zich heeft verplicht tot het slachten van meer varkens vanaf oktober 2022, hetgeen direct gevolgen heeft voor de benodigde aantallen keurende dierenartsen en assistenten in haar bedrijf. Een en ander betekent echter, anders dan Compaxo stelt, niet dat de NVWA in dit kort geding kan worden bevolen dat extra keuringspersoneel ter beschikking te stellen. Daartoe is het volgende redengevend.
4.3.
De NVWA heeft er als zodanig onweersproken op gewezen dat er sinds een aantal jaren een groot en structureel tekort aan dierenartsen en assistenten is ontstaan. Dat structurele probleem, dat ook is benoemd in een rapport van de Universiteit Wageningen, is vergroot door de Brexit en de vogelgriep, en houdt mede verband met een imagoprobleem van de slachtbranche. Dierenartsen werken veelal liever in een curatieve praktijk, terwijl door corona in de huisdierenpraktijken meer arbeidsplaatsen beschikbaar zijn gekomen. Hierdoor is het volgens de NVWA, ondanks maximale inspanning harerzijds, thans niet mogelijk om het benodigde extra keuringspersoneel tijdig, dat wil zeggen vóór eind oktober 2022, bij Compaxo in te zetten.
4.4.
Naar de voorzieningenrechter begrijpt stelt Compaxo zich met name op het standpunt dat de NVWA haar een onvoorwaardelijke toezegging heeft gedaan dat er voldoende keuringspersoneel zou kunnen worden geleverd en dat die toezegging moet worden nagekomen. Daarnaast stelt zij dat het inhuren van voldoende keuringspersoneel ook feitelijk mogelijk is. Het kan de NVWA bovendien worden verweten dat zij onvoldoende heeft gedaan om dat personeel tijdig binnen te halen; zij had meer moeten opleiden, dan wel via gespecialiseerde uitzendbureaus moeten werven, aldus Compaxo.
4.5.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat van een onvoorwaardelijke toezegging, dan wel een garantie dat het extra keuringspersoneel tijdig voorhanden zou zijn geen sprake is geweest. Weliswaar is juist dat Compaxo ruim van tevoren aan de NVWA heeft gecommuniceerd dat zij voornemens was haar productie uit te breiden, maar dat heeft niet geresulteerd in een garantie van de zijde van de NVWA. Uit de correspondentie blijkt slechts dat de NVWA heeft toegezegd zich maximaal te zullen
inspannenom extra personeel te gaan werven. Niet voor niets is in de bevestiging van de aanvraag van Compaxo opgenomen dat een garantie op voorhand
nietkan worden gegeven, omdat zowel de werving als het verloop van medewerkers onvoorspelbaar is. Deze mededeling is gedaan op 6 december 2021, kort na het indienen van de aanvraag en nadien nog door de NVWA herhaald. Derhalve kan in redelijkheid niet worden gesteld dat Compaxo er gerechtvaardigd op heeft mogen vertrouwen dat het wel goed zou komen. Daaraan doet niet af dat Compaxo al verplichtingen is aangegaan. De nieuwe overeenkomst met haar afnemer heeft zij al in juni 2021 gesloten. Daarmee heeft zij, alhoewel zij toen ook al bekend moet zijn geweest met het structurele tekort aan keuringspersoneel, willens en wetens het risico genomen dat het benodigde extra keuringspersoneel niet tijdig door de NVWA zou kunnen worden gevonden. De stelling van Compaxo dat zij er op grond van de unierechtelijke verplichtingen van de NVWA zonder meer vanuit mocht gaan dat er voldoende extra keuringspersoneel zou worden gestationeerd bij Compaxo wordt verworpen. Het is weliswaar juist dat niet mag worden geslacht zonder keuring en dat de NVWA verantwoordelijk is voor het zoeken van voldoende gekwalificeerd keuringspersoneel, maar dit betreft een
inspanningsverplichting.De NVWA wordt immers bij het invullen van deze verplichting, zoals iedere andere werkgever, begrensd door de mogelijkheden van de arbeidsmarkt op dit punt. Nu vaststaat dat er een groot en structureel tekort is aan dierenartsen en assistenten, kan in redelijkheid niet worden uitgegaan van een ongelimiteerde keuringscapaciteit aan de zijde van de NVWA. Dat klemt te meer daar de NVWA haar dierenartsen niet alleen in slachthuizen moet inzetten, maar ook op taken elders.
4.6.
Slechts ingeval ervan moet worden uitgegaan dat de NVWA onvoldoende inzet pleegt om te komen tot het werven van voldoende mankracht, kan het huidige personeelstekort haar worden aangerekend. Die situatie doet zich hier naar voorlopig oordeel niet voor. De NVWA heeft immers gemotiveerd gesteld dat zij al jaren intensief doende is om dierenartsen en assistenten te werven, dat zij continu vacatures heeft openstaan voor toezichthoudend dierenartsen en dat zij niet alleen binnen Nederland maar binnen de hele EU deze vacatures uitzet. Ook naar personeel van buiten de EU wordt gekeken, maar probleem daarbij is dat naast Nederlandse taalcursussen veelal ook aanvullende vakopleidingen nodig zijn. De NVWA werft overigens ook via de gespecialiseerde uitzendbureaus [bedrijf 1] en [bedrijf 2] die door Compaxo zijn genoemd. Zij heeft daar naar haar zeggen wekelijks contact mee. De stelling van Compaxo dat [bedrijf 1] en [bedrijf 2] nog wél voor tijdige invulling van de vacatures zouden kunnen zorgdragen, is door de NVWA gemotiveerd weersproken. In dat kader heeft de NVWA een recent bericht van [bedrijf 1] overgelegd, waarin met zoveel woorden staat vermeld dat [bedrijf 1] op dit moment geen dierenartsen in haar bestand heeft die wel graag willen werken maar geen baan hebben. Opgemerkt zij nog dat niet is weersproken dat onder leiding van [bedrijf 3] onderzocht is of het mogelijk is om meer Duitse of Belgische dierenartsen te werven en in te zetten op de Nederlandse arbeidsmarkt, maar dat ook dat bureau tot de conclusie is gekomen dat er op korte termijn geen mogelijkheden liggen.
4.7.
De suggestie van Compaxo dat het gebrek aan dierenartsen op korte termijn toch is op te lossen door dierenartsen (uit het buitenland) te lokken met een tijdelijke aanvullende salarisbetaling (waarvoor Compaxo zelf ook wel een bijdrage wil leveren) kan niet worden gevolgd. Niet alleen moeten buitenlanders in beginsel eerst een taalcursus volgen, hetgeen de nodige tijd vergt, maar terecht heeft de NVWA ook opgemerkt dat het niet mogelijk is enkel dierenartsen die bij Compaxo gaan keuren meer te gaan betalen. Alle keuringsartsen zijn immers in dienst bij, althans via uitzendbureaus opdrachtnemer van, de NVWA en zij behoren vanzelfsprekend uniform, volgens de voor hen geldende salarisschalen, door de NVWA te worden betaald. Een ongelijke betaling zou onvermijdelijk leiden tot onvrede en mogelijk zelfs vertrek van zittend personeel, hetgeen het personeelsprobleem mogelijk nog zou kunnen vergroten. Evenmin kan keuringspersoneel worden weggehaald bij andere slachterijen ten behoeve van inzet bij Compaxo. Dat zou in strijd zijn met de rechtszekerheid, nu met die bedrijven reeds bindende afspraken zijn gemaakt over de keuringscapaciteit, waarop zij mogen vertrouwen.
4.8.
Tot slot is onweersproken gebleven dat de NVWA twee keer per jaar KDS-klassen opzet voor de opleiding van assistenten. Meer is naar haar zeggen niet mogelijk. De capaciteit van die klassen is beperkt tot 12 personen per halfjaar in verband met de noodzaak van voldoende stageplaatsen. Overigens blijkt geregeld dat die klassen niet eens vol raken, omdat de branche onvoldoende aantrekkingskracht heeft en aan de geldende kwaliteitseisen voor toegang tot de opleiding niet kan worden afgedaan.
4.9.
Nu de NVWA er, ondanks maximale inspanningen harerzijds om nieuw personeel te werven, niet in is geslaagd haar personeelsbestand uit te breiden, kan zij de door Compaxo gewenste extra keuringscapaciteit vooralsnog feitelijk niet invullen. Daarmee strandt de vordering van Compaxo tot het beschikbaar stellen van dat extra personeel per 31 oktober 2022. Ook de subsidiaire vordering is niet toewijsbaar. Gebleken is immers dat de NVWA al vele wervingsactiviteiten onderneemt en daarbij ook intensieve contacten met [bedrijf 1] en [bedrijf 2] onderhoudt, maar dat ook deze uitzendbureaus momenteel geen personeel voorhanden hebben. Van de NVWA mag wel worden gevergd zich maximaal te blijven inspannen om, in samenspraak met de marktpartijen, zo spoedig mogelijk alsnog te komen tot uitbreiding van personeelscapaciteit.
4.10.
Compaxo zal als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van dit geding. Voor veroordeling in de nakosten bestaat geen grond, nu de kostenveroordeling ook voor deze nakosten een executoriale titel oplevert (vgl. HR 19 maart 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL1116, NJ 2011/237).

5.De beslissing

De voorzieningenrechter:
5.1.
wijst de vorderingen af;
5.2.
veroordeelt Compaxo in de kosten van dit geding, tot dusverre aan de zijde van de NVWA begroot op € 1.692,--, waarvan € 1.016,-- aan salaris advocaat en € 676,-- aan griffierecht;
5.3.
verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.J. Hoekstra-van Vliet en in het openbaar uitgesproken op 20 oktober 2022.