ECLI:NL:RBDHA:2022:10760

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 februari 2022
Publicatiedatum
19 oktober 2022
Zaaknummer
NL22.502
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak na niet-ontvankelijk verklaring aanvraag

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 2 februari 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. M. Spapens, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. I. E. Lemmers, in een besluit van 6 januari 2022 niet-ontvankelijk verklaard. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 27 januari 2022 behandeld, samen met een andere zaak (NL22.501). In de uitspraak van diezelfde dag is het beroep van verzoeker behandeld, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening verviel. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Echter, gezien de uitkomst van de bodemprocedure, heeft de voorzieningenrechter de Staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van verzoeker, vastgesteld op € 759,00. Deze kosten zijn berekend op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht, waarbij rekening is gehouden met de rechtsbijstand verleend door een derde.

De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing. De voorzieningenrechter heeft de uitspraak gedaan in aanwezigheid van de griffier, mr. A. Vranken, en de uitspraak is bekendgemaakt op dezelfde datum als de uitspraak zelf.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL22.502
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoeker], V-nummer: [V-nummer] , verzoeker (gemachtigde: mr. M. Spapens),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. I. E. Lemmers).

Procesverloop

In het besluit van 6 januari 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure niet-ontvankelijk verklaard.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak NL22.501, op 27 januari 2022 op zitting behandeld. Partijen hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL22.501, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Gelet op de uitkomst van de bodemzaak veroordeelt de voorzieningenrechter verweerder wel in de door verzoeker gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 759,00 (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift met een waarde per punt van € 759,- en een wegingsfactor 1). Gezien de gelijktijdige behandeling ter zitting, worden de kosten voor het verschijnen ter zitting al vergoed in de bodemzaak.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
  • wijst het verzoek om voorlopige voorziening af;
  • veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 759,00.
Deze uitspraak is gedaan door mr. Y. Sneevliet, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A. Vranken, griffier.
De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op:
02 februari 2022
en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl
Mr. Y. Sneevliet A. Vranken
Rechter Griffier
Rechtbank Midden-Nederland Rechtbank Midden-Nederland
Documentcode: [documentcode]
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.