ECLI:NL:RBDHA:2022:10750
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verblijfsvergunning asiel wegens gebrek aan procesbelang
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, op 2 februari 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de afwijzing van een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. Eiser, die stelt de Tunesische nationaliteit te bezitten en geboren te zijn in 1993, had op 5 januari 2022 een aanvraag ingediend die door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid als kennelijk ongegrond werd afgewezen. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, maar op de zitting van 27 januari 2022 zijn partijen niet verschenen. De rechtbank heeft vervolgens ambtshalve beoordeeld of eiser procesbelang had bij het beroep. De rechtbank concludeert dat dit niet het geval is, omdat eiser op 12 januari 2022 met onbekende bestemming is vertrokken en geen contact meer heeft onderhouden met zijn gemachtigde. Dit is in lijn met de vaste rechtspraak van de hoogste rechter, die stelt dat een vreemdeling geen prijs meer stelt op de behandeling van zijn beroep als hij zonder kennisgeving vertrekt. Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard en is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter J.G. Nicholson, in aanwezigheid van griffier A. Vranken, en is openbaar gemaakt op 2 februari 2022.