Overwegingen
1. Eiseres heeft de Somalische nationaliteit en stelt geboren te zijn op [geboortedatum] . Eiseres heeft op 10 december 2021 een asielaanvraag in Nederland ingediend.
2. Verweerder heeft het bestreden besluit gebaseerd op artikel 30, eerste lid, van de Vw.1 Daarin is bepaald dat een asielaanvraag niet in behandeling wordt genomen indien op grond van Dublinverordening is vastgesteld dat een andere lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag.2 In dit geval heeft Nederland bij Italië een verzoek om terugname gedaan. Italië heeft hierop niet tijdig gereageerd. Hierdoor staat de verantwoordelijkheid van Italië conform artikel 22, zevende lid, van de Dublinverordening sinds 27 maart 2022 vast.
1. Vreemdelingenwet 2000.
2 Verordening (EU) nr. 604/2013.
3. Verweerder stelt daarnaast dat eiseres niet heeft aangetoond minderjarig te zijn. Bij het gehoor door de AVIM3 is geconcludeerd dat er twijfels bestaan over de door eiseres opgegeven leeftijd en tijdens de schouw bij de IND is geoordeeld dat eiseres evident minderjarig is. Verweerder heeft daarom bij de Italiaanse autoriteiten een verzoek om informatie ingediend. Uit de door de Italiaanse autoriteiten gegeven informatie blijkt dat eiseres in Italië staat geregistreerd als [naam 2] , van Somalische nationaliteit, geboren op [geboortedatum 2] . In Italië staat zij derhalve als meerderjarige geregistreerd. Gelet op het interstatelijk vertrouwensbeginsel gaat verweerder ervan uit dat de registratie in Italië zorgvuldig heeft plaatsgevonden. Verweerder heeft daarom [geboortedatum 2] als geboortedatum van eiseres geregistreerd. Het is volgens verweerder aan eiseres om haar gestelde minderjarigheid aan te tonen. Volgens verweerder is zij hierin niet geslaagd.
4. Eiseres kan zich niet verenigen met het bestreden besluit en stelt dat verweerder haar ten onrechte niet aanmerkt als minderjarige. Zij stelt dat in Italië haar geboortejaar verkeerd is geregistreerd. Omdat eiseres in Italië staat geregistreerd met een leeftijd welke 15 jaar hoger ligt dan haar werkelijke leeftijd, is het volgens haar evident dat de leeftijdsregistratie in Italië onjuist is. Om haar minderjarigheid te staven, heeft zij een geboorteakte en een identiteitsbewijs overgelegd. Eiseres stelt zich op het standpunt dat deze documenten bijdragen aan haar stelling dat zij minderjarig is. Er zijn volgens eiseres voldoende aanwijzingen voor verweerder om gerede twijfel te hebben over de juistheid van de leeftijdsregistratie van eiseres zoals deze in Italië heeft plaatsgevonden, zodat extra nader onderzoek geïndiceerd is/was dan wel eiseres het voordeel van de twijfel dient te worden gegund. Daarbij verwijst zij naar het rapport ‘Nadeel van de twijfel’ van
de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken4 en de vragen aan de staatssecretaris over leeftijdsregistratie in Dublinzaken.5
De rechtbank oordeelt als volgt.
Wettelijk kader en toepasselijk beleid
5. Op grond van artikel 3.109d, tweede lid, van het Vb6 kan verweerder in het kader van de behandeling van de asielaanvraag van een alleenstaande minderjarige vreemdeling besluiten om door middel van een medisch onderzoek zijn gestelde minderjarigheid vast te stellen, wanneer verweerder, nadat er een algemene verklaring is afgelegd of er andere relevante aanwijzingen zijn, twijfels heeft over diens leeftijd.
6. Volgens paragraaf C1/2.2 van de Vc7, gelezen in samenhang met Werkinstructie 2018/19 (WI), wordt iedere alleenstaande minderjarige vreemdeling die stelt minderjarig te zijn en dit niet bij binnenkomst kan aantonen met officiële documenten of anderszins aannemelijk kan maken geschouwd. Uit de werkinstructie volgt verder dat, in het geval bij de schouw twijfel bestaat over de meerder- of minderjarigheid, onderzoek plaatsvindt in een
3 Afdeling Vreemdelingenpolitie, Identificatie en Mensenhandel van de politie.
4 ‘ Nadeel van de Twijfel. Leeftijdsbepaling AMV’s en leeftijdsregistratie als meerderjarige in EU- lidstaat van eerder verblijf’ van november 2020.
5 ABRvS, Dublin-Italië, Dublin-Zwitserland, Vragen aan de staatssecretaris over
leeftijdsregistratie in Dublinzaken, 23 maart 2022, 202104145/1/ V1 en 202107790/1/ V1.
6 Vreemdelingenbesluit 2000.
7 Vreemdelingencircula ire 2000.
of meerdere lidstaten. Indien uit dit onderzoek blijkt dat de vreemdeling in een andere lidstaat met een meerderjarige leeftijd staat geregistreerd, wordt de geboortedatum aangepast naar meerderjarigheid en wordt hiervan een proces-verbaal van bevindingen opgemaakt en opgenomen in het dossier van de vreemdeling. Het is dan aan de vreemdeling zelf om de gestelde minderjarigheid middels authentieke en identificerende documenten dan wel een leeftijdsonderzoek aan te tonen. Volgens de WI wordt een leeftijdsonderzoek pas aangeboden wanneer niet tot evidente minder- of meerderjarigheid kan worden geconcludeerd, bevragingen van de vingerafdrukken in Eurodac(/EUVIS) geen hit opleveren én de twijfel blijft (er is niet alsnog op andere wijze de leeftijd aangetoond).
7. Volgens paragraaf C1/4.3 van de Vc dient een document alleen als bewijsmiddel van de identiteit van een vreemdeling als dat document officieel is uitgegeven door de autoriteiten van zijn land van herkomst en daarop in ieder geval zijn pasfoto, geboorteplaats en geboortedatum staan. Volgens paragraaf C1/4.3 van de Vc kan een vreemdeling aannemelijk maken dat het ontbreken van die documenten niet aan hem is toe te rekenen, en hij dus in bewijsnood verkeert, als zijn verklaringen over zijn identiteit, nationaliteit en over het ontbreken van die documenten consistent, geloofwaardig, gedetailleerd en verifieerbaar zijn en deze verklaringen overeenkomen met wat daarover wel bekend is. Verweerder biedt volgens paragraaf C1/2.2 van de Vc alleen leeftijdsonderzoek aan indien een vreemdeling aannemelijk heeft gemaakt dat hij in bewijsnood verkeert om zijn gestelde minderjarigheid met officiële documenten aan te tonen of op een andere manier aannemelijk te maken.
8. Uit vaste rechtspraak van de Afdeling8 volgt dat verweerder er, gelet op het interstatelijk vertrouwensbeginsel, in beginsel van uit mag gaan dat de leeftijdsregistratie in Italië zorgvuldig heeft plaatsgevonden, zodat het aan eiseres is om aannemelijk te maken dat de in Italië geregistreerde geboortedatum onjuist is.9 De rechtbank stelt vast dat de medewerkers van de AVIM en van de IND afzonderlijk van elkaar een leeftijdsschouw hebben verricht, maar dat zij niet tot dezelfde conclusie zijn gekomen waardoor er twijfel is gerezen over de opgegeven leeftijd van eiseres. Daarop heeft verweerder de Italiaanse autoriteiten verzocht om informatie ter vaststelling van de leeftijd van eiseres in Italië. Uit de door de Italiaanse autoriteiten gegeven informatie blijkt dat eiseres daar geregistreerd staat met de geboortedatum [geboortedatum 2] . Dit betreft een leeftijdsverschil van vijftien jaar met de door eiseres opgegeven geboortedatum. Vervolgens blijkt uit de verklaringen van eiseres dat op het moment van haar aankomst in Italië veel vluchtelingen tegelijkertijd zijn aangekomen en dat haar geboortedatum wellicht daardoor verkeerd is genoteerd.10 Deze verklaring vindt steun in het rapport van de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken waarin wordt geconcludeerd dat de leeftijdsregistratie in andere EU landen vaak verkeerd gaat. Daarmee zijn er voor verweerder voldoende aanwijzingen voor twijfel geweest over de juistheid van de leeftijdsregistratie van eiseres in Italië.
Daarnaast heeft eiseres tijdens het aanvullend Dublingehoor een Somalische geboorteakte en een identiteitsbewijs overgelegd. Op beide documenten staat de geboortedatum 25
8 Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
10 Verslag aanvullend Dublingehoor, pagina 4.
augustus 2005 vermeld. Bureau Documenten heeft geoordeeld dat betreffende de echtheid, opmaak en afgifte beide documenten waarschijnlijk niet bevoegd zijn opgemaakt en afgegeven. Het kan echter niet worden uitgesloten dat de door eiseres overgelegde documenten wel echt zijn. Verweerder heeft dan ook niet zonder nader onderzoek kunnen concluderen dat eiseres niet aan haar bewijslast heeft voldaan. Naar het oordeel van de rechtbank leiden de documenten, in samenhang met de leeftijdsschouw, het verschil in leeftijdsregistratie van 15 jaar en de verklaringen van eiseres, tot twijfel aan de juistheid van de in Italië geregistreerde geboortedatum. Verweerder heeft daarom in dit geval de registratie in Italië niet zonder nader (leeftijds)onderzoek doorslaggevend kunnen achten. In het kader van de zorgplicht voor minderjarigen en gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat verweerder onvoldoende zorgvuldig onderzoek heeft verricht en dat het bestreden besluit daarmee onvoldoende zorgvuldig is voorbereid. Het bestreden besluit
komt daarom in aanmerking voor vernietiging.
Conclusie
9. Het beroep is gegrond en de rechtbank vernietigt het bestreden besluit. De rechtbank ziet geen aanleiding de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand te laten of zelf in de zaak te voorzien, omdat verweerder opnieuw onderzoek zal moeten doen en onduidelijk
is wanneer dat kan worden afgerond. Verweerder zal daarom een nieuw besluit moeten nemen met inachtneming van deze uitspraak. Omdat een leeftijdsonderzoek moet worden verricht, zal de rechtbank geen termijn bepalen waarbinnen het nieuwe besluit moet worden genomen.
10. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eiser gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.518,00 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 759,00 en een wegingsfactor 1).