Uitspraak
op grond van artikel 69van de Faillissementswet (hierna: Fw) ingediend door:
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft verzoekster, de Protestants-Christelijke Stichting Philadelphia Zorg, een verzoek ingediend op basis van artikel 69 van de Faillissementswet (Fw) om relevante informatie te verkrijgen in een beroepsprocedure waarin zij als schuldeiser wordt gehoord. Verzoekster meent dat zij als belanghebbende moet worden aangemerkt en recht heeft op alle relevante informatie. De rechter-commissaris, mr. R.G.C. Veneman, heeft echter geoordeeld dat verzoekster niet ontvankelijk is in haar verzoek. Dit is gebaseerd op het feit dat verzoekster een eigen belang nastreeft, namelijk haar belang als vermeend belanghebbende in de beroepsprocedure, en dat het verzoek daarmee buiten de reikwijdte van artikel 69 Fw valt. De rechter-commissaris heeft verder opgemerkt dat de belangen van de boedel en die van verzoekster in dit geval parallel lopen, maar dit maakt de ontvankelijkheid niet anders. De curator heeft ook aangegeven dat het verzoek om informatie betrekking heeft op persoonlijke belangen van verzoekster en niet op het algemeen boedelbelang, waarvoor artikel 69 Fw bedoeld is. De rechter-commissaris heeft uiteindelijk besloten verzoekster niet ontvankelijk te verklaren in haar verzoek.