ECLI:NL:RBDHA:2022:10690
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering medewerking huisbezoek in het kader van de Participatiewet
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 oktober 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijk geschil tussen eiseres, die sinds 15 mei 2019 een bijstandsuitkering ontving, en het college van burgemeester en wethouders van Krimpenerwaard. De zaak betreft de intrekking van het recht op bijstand van eiseres, die weigerde medewerking te verlenen aan een huisbezoek dat door de gemeente was aangevraagd naar aanleiding van een melding dat zij samenwoonde met haar ex-partner. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gemeente op 24 september 2020 een huisbezoek wilde afleggen, maar eiseres weigerde toestemming te geven. Hierdoor kon de gemeente haar recht op bijstand niet langer vaststellen, wat leidde tot de intrekking van de bijstandsuitkering met terugwerkende kracht tot de datum van het huisbezoek.
Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen de intrekking van haar bijstandsuitkering en stelde dat er geen concrete en objectieve twijfels waren over haar woon- en leefsituatie. Daarnaast voerde zij aan dat het vanwege de coronamaatregelen niet was toegestaan om een huisbezoek af te leggen. De rechtbank heeft deze argumenten echter verworpen. De rechtbank oordeelde dat eiseres haar stelling dat er geen twijfels waren over haar situatie niet voldoende had onderbouwd en dat de verwijzing naar een nieuwsbericht over coronamaatregelen niet aantoonde dat een huisbezoek niet mogelijk was. De rechtbank concludeerde dat de gemeente terecht had geoordeeld dat er redelijke grond was voor het huisbezoek en dat eiseres haar medewerkingsplicht had geschonden.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en een afschrift werd verzonden aan de betrokken partijen.