Uitspraak
Beschikking op een machtigingsverzoek
[curator 1],
[betrokkene],
Procedure
- het verzoekschrift van de curatoren van 22 mei 2022;
- de aantekeningen van de griffier van het verhandelde ter zitting van 7 september 2022 (telefonisch).
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 september 2022 uitspraak gedaan in een machtigingsverzoek van twee curatoren, die toestemming vroegen om een testament op te laten maken voor hun broer, die onder curatele staat. De curatoren, wonende in België en Frankrijk, stelden dat hun broer over een aanzienlijk vermogen van circa € 950.000 beschikt en dat zij geen prijs stellen op de wettelijke erfopvolging. In plaats daarvan willen zij een testament laten opmaken waarin de nalatenschap wordt verdeeld onder verschillende goede doelen.
De kantonrechter heeft in zijn beoordeling gekeken naar artikel 4:55 van het Burgerlijk Wetboek, dat bepaalt dat iemand die onder curatele staat, alleen met toestemming van de kantonrechter uiterste wilsbeschikkingen kan maken. De rechter heeft vastgesteld dat de betrokkene niet in staat is om zijn wil te bepalen met betrekking tot het opmaken van een testament, en dat het daarom geen zin heeft om hem te horen over het verzoek. De curatoren hebben verklaard dat de betrokkene de inhoud van het verzoek niet begrijpt.
Op basis van deze overwegingen heeft de kantonrechter het verzoek van de curatoren afgewezen. De beslissing houdt in dat de gevraagde toestemming wordt geweigerd, en dat er mogelijkheden zijn voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak. Deze beschikking is uitgesproken ter openbare terechtzitting en is ondertekend door de kantonrechter.