ECLI:NL:RBDHA:2022:10051
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Hersteluitspraak inzake proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke procedure
In deze hersteluitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, wordt de uitspraak van 15 september 2022 in de zaak met zaaknummer AWB 22/940 gecorrigeerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een kennelijke misslag in de eerdere uitspraak was, specifiek met betrekking tot de hoogte van de proceskostenvergoeding. De gemachtigde van de eisers had op 16 september 2022 een e-mail gestuurd waarin deze misslag werd aangekaart. De rechtbank heeft besloten om de uitspraak te verbeteren door de proceskostenvergoeding aan te passen.
In de verbeterde uitspraak verklaart de rechtbank het beroep van de eisers gegrond, vernietigt het bestreden besluit en draagt de verweerder op om binnen zes weken opnieuw te beslissen op het bezwaar van de eisers tegen het primaire besluit. Tevens wordt de verweerder veroordeeld tot het betalen van de proceskosten van de eisers, die zijn vastgesteld op € 1.518,-, en het vergoeden van het griffierecht van € 184,-. Deze uitspraak is gedaan door rechter mr. S.E. van de Merbel, in aanwezigheid van griffier mr. W. van Loon, op 20 september 2022.
De uitspraak is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de Rechtspraak. Tegen deze hersteluitspraak staat geen rechtsmiddel open, en de termijn voor hoger beroep tegen de oorspronkelijke uitspraak blijft ongewijzigd.