ECLI:NL:RBDHA:2021:9598
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om waarnemingstoelage in het kader van bezoldiging politie
In deze zaak hebben eiseressen, werkzaam bij de politie, verweerder verzocht om met terugwerkende kracht een waarnemingstoelage toe te kennen op basis van artikel 17 van het Besluit bezoldiging politie. De rechtbank Den Haag heeft op 31 augustus 2021 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij de beroepen van eiseressen ongegrond zijn verklaard. De eiseressen waren aanvankelijk benoemd in de functie van gespecialiseerd medewerker A, maar hebben vanaf 2014/2015 werkzaamheden verricht als casemanager PTSS, wat resulteerde in een verzoek om een waarnemingstoelage. Verweerder had eerder een gedeeltelijke toekenning gedaan, maar de rechtbank oordeelde dat de eiseressen geen recht hadden op een waarnemingstoelage voor de periode van 2014 tot en met 2017. De rechtbank volgde de redenering van verweerder dat de werkzaamheden van eiseressen pas na de reorganisatie in 2017 zijn geëvolueerd naar een niveau dat rechtvaardigt dat zij een waarnemingstoelage ontvangen. De rechtbank concludeerde dat de plaatsingsbesluiten van verweerder op goede gronden zijn genomen en dat er geen aanleiding was om de besluiten te herzien. De uitspraak is openbaar uitgesproken en de griffier was aanwezig.