ECLI:NL:RBDHA:2021:9598

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
31 augustus 2021
Publicatiedatum
30 augustus 2021
Zaaknummer
AWB - 20 _ 6455
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om waarnemingstoelage in het kader van bezoldiging politie

In deze zaak hebben eiseressen, werkzaam bij de politie, verweerder verzocht om met terugwerkende kracht een waarnemingstoelage toe te kennen op basis van artikel 17 van het Besluit bezoldiging politie. De rechtbank Den Haag heeft op 31 augustus 2021 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij de beroepen van eiseressen ongegrond zijn verklaard. De eiseressen waren aanvankelijk benoemd in de functie van gespecialiseerd medewerker A, maar hebben vanaf 2014/2015 werkzaamheden verricht als casemanager PTSS, wat resulteerde in een verzoek om een waarnemingstoelage. Verweerder had eerder een gedeeltelijke toekenning gedaan, maar de rechtbank oordeelde dat de eiseressen geen recht hadden op een waarnemingstoelage voor de periode van 2014 tot en met 2017. De rechtbank volgde de redenering van verweerder dat de werkzaamheden van eiseressen pas na de reorganisatie in 2017 zijn geëvolueerd naar een niveau dat rechtvaardigt dat zij een waarnemingstoelage ontvangen. De rechtbank concludeerde dat de plaatsingsbesluiten van verweerder op goede gronden zijn genomen en dat er geen aanleiding was om de besluiten te herzien. De uitspraak is openbaar uitgesproken en de griffier was aanwezig.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummers:
SGR 20/911 en SGR 20/6455
SGR 20/916 en SGR 20/6457
SGR 20/917 en SGR 20/6458
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 31 augustus 2021 in de gevoegde zaken tussen

[eiser 1] , te [woonplaats 1] ,

[eiser 2] ,te [woonplaats 1] ,
[eiser 3] ,te [woonplaats 2] ,
eiseressen
(gemachtigde: mr. O.W.G. van Petegem),
En

de korpschef van de politie, verweerder

(gemachtigde: mr. A.H.G.M. van den Boomen-Meeuwissen).

Procesverloop

Bij besluit van 16 december 2019 (het primaire besluit 1) heeft verweerder afwijzend beslist op het verzoek van eiseressen om met terugwerkende kracht een waarnemingstoelage toe te kennen in de zin van artikel 17 van het Besluit bezoldiging politie (Bbp).
Bij besluiten van 27 augustus 2020 en 28 augustus 2020 (het bestreden besluit 1) heeft verweerder het bezwaar van eiseressen gedeeltelijk gegrond verklaard en eiseressen met terugwerkende kracht een waarnemingstoelage toegekend tot 1 april 2017.
Bij besluiten van 31 januari 2019 en 19 juni 2019 (het primaire besluit 2) heeft verweerder eiseressen benoemd in de functie van bedrijfsvoeringspecialist A.
Bij besluit van 19 december 2019 (het bestreden besluit 2) heeft verweerder het bezwaar van eiseressen ongegrond verklaard.
Eiseressen hebben tegen beide bestreden besluiten beroep ingesteld. De beroepen zijn geregistreerd onder nummers SGR 20/6455, SGR 20/6457, SGR 20/6458 (besluit 1) onderscheidenlijk SGR 20/911, SGR 20/916, SGR 20/917 (besluit 2).
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De zitting was op 20 juli 2021 via een Skypeverbinding. Namens eiseressen was hun gemachtigde aanwezig. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Feiten en omstandigheden
1. Eiseressen zijn aanvankelijk formeel benoemd in de functie van gespecialiseerd medewerker A, gewaardeerd op schaal 7. Vanaf 2014/2015 zijn zij tijdelijk tewerkgesteld in de functie casemanager PTSS. Deze functie is na de personele reorganisatie in 2017 ondergebracht in het Landelijk Functiehuis Nederlandse Politie (LFNP) als bedrijfsvoeringspecialst A, gewaardeerd op schaal 9. In 2019 zijn zij benoemd in de functie van bedrijfsvoeringspecialst A.
Bestreden besluit 1
Wat vinden partijen in beroep?
2. Eiseressen hebben verweerder verzocht een waarnemingstoelage toe te kennen voor de periode waarin zij werkzaamheden hebben verricht die niet behoren bij de functie waarin zij formeel zijn benoemd. De door hen waargenomen functie is hoger ingeschaald dan die van gespecialiseerd medewerker A. Om deze reden hebben zij met terugwerkende kracht recht op een waarnemingstoelage vanaf 2014/2015. Verder is er nog niet eerder beslist op dit verzoek.
3. Verweerder heeft aangevoerd dat het verzoek van eiseressen op grond van artikel 4:6 Algemene wet bestuursrecht (de Awb) moet worden aangemerkt als een verzoek om terug te komen op een rechtens onaantastbaar besluit. Eiseressen zijn sinds 2014/2015 niet opgekomen tegen de tewerkstellingsbesluiten en hebben daarmee berust in het niet ontvangen van een waarnemingstoelage. Uit coulance heeft verweerder een waarnemingstoelage toegekend vanaf 2017, omdat in 2017 een vacature vrijkwam voor de functie bedrijfsvoeringspecialist A waarop zij toen nog niet mochten reageren. Wanneer eiseressen een waarnemingstoelage zou worden onthouden zou dat in dit geval leiden tot een evident onredelijke situatie.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
4. Anders dan verweerder is de rechtbank van oordeel dat artikel 4:6 van de Awb niet van toepassing is. In de tewerkstellingsbesluiten is het volgende opgenomen: ‘gedurende de looptijd van bovengenoemde tijdelijke tewerkstelling blijft de oorspronkelijke rechtspositie van de medewerker in tact’. Uit de tekst blijkt niet dat eiseressen hebben berust in het niet ontvangen van een waarnemingstoelage of dat zij tegen de besluiten in bezwaar moesten komen. Het behoud van de oorspronkelijke rechtspositie sluit de mogelijkheid tot groei en ontwikkeling namelijk niet uit. Anders dan verweerder is de rechtbank van oordeel dat er geen sprake is van een impliciete weigering zoals bedoeld in de uitspraak van de hoogste bestuursrechter van 7 januari 2021 [1] . Het bestreden besluit waarover daarin werd geoordeeld ziet op een specifieke situatie, die hier niet één op één aan de orde is.
5. De rechtbank volgt verweerder evenwel in zijn standpunt dat niet is gebleken dat eiseressen het volledige samenstel van werkzaamheden behorende bij de functie bedrijfsvoeringspecialst A vanaf 2014/2015 op het niveau van schaal 9 hebben verricht. Zoals toegelicht op zitting werden verschillende werkzaamheden met betrekking tot zaken rond PTSS vanaf 2014 op verschillend niveau uitgevoerd door medewerkers van schaal 7 tot en met schaal 13. De werkzaamheden van eiseressen hebben zich pas na de personele reorganisatie in 2017 ontwikkeld tot schaal 9 werkzaamheden. Er zijn geen stukken waaruit blijkt dat dat anders is. Gelet hierop heeft verweerder op goede gronden een waarnemingstoelage toegekend met terugwerkende kracht tot 2017.
Het beroep tegen besluit 1 is ongegrond.
Bestreden besluit 2
6. Eiseressen willen graag nieuwe plaatsingsbesluiten, waarbij rekening wordt gehouden met een waarnemingstoelage vanaf 2014/2015.
7. Volgens verweerder is er volledig aan het belang van eiseressen tegemoet gekomen door nieuw genomen plaatsingsbesluiten, waarbij de inschaling is herzien en rekening is gehouden met een waarnemingstoelage vanaf 2017.
8. De rechtbank volgt verweerder in zijn standpunt dat hij de plaatsingsbesluiten waarin eiseressen zijn benoemd voor de functie van bedrijfsvoeringspecialist A op goede gronden heeft genomen. Zoals overwogen in rechtsoverweging 5 hebben zij geen recht op een waarnemingstoelage voor de periode 2014 tot en met 2017.
Het beroep tegen besluit 2 is ongegrond.

Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.J.P. Bosman, rechter, in aanwezigheid van mr. H. Abdolbaghai, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 31 augustus 2021.
griffier rechter
De rechter is verhinderd te ondertekenen.
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.

Voetnoten

1.Zie de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 7 januari 2021 (ECLI:NL:CRVB:2021:116).