Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[Naam], eiser,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 augustus 2021 uitspraak gedaan in een asielzaak waarbij de eiser, een Ghanese nationaliteit, beroep heeft ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiser had op 29 januari 2021 een aanvraag tot verlening van een verblijfsvergunning asiel ingediend, maar deze aanvraag werd niet in behandeling genomen omdat Italië als verantwoordelijk land werd aangemerkt op basis van de Dublinverordening. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 8 juli 2021, waarbij de eiser werd bijgestaan door een gemachtigde en een tolk aanwezig was. De rechtbank overwoog dat de eiser onvoldoende bewijs had geleverd dat Italië zijn internationale verplichtingen niet nakomt, en dat verweerder zich terecht op het interstatelijk vertrouwensbeginsel kon baseren. De rechtbank concludeerde dat de persoonlijke omstandigheden van de eiser geen bijzondere redenen vormden om af te wijken van de Dublinverordening. Uiteindelijk werd het beroep ongegrond verklaard en werd er geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen een week na bekendmaking.