In deze tussenbeschikking van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 31 maart 2021, wordt de rolbeslissing in een octrooi nietigheidsprocedure behandeld. De zaak betreft een geschil tussen Alcon Nederland B.V. en Alcon Inc. als eiseressen, en Amo Development LLC als gedaagde. De rechtbank heeft vastgesteld dat Amo afstand heeft gedaan van het Nederlandse deel van het Europese octrooi EP 1 835 861 B1, wat betekent dat dit octrooi geacht wordt nooit te hebben bestaan. Hierdoor is de enige resterende kwestie de verschuldigdheid en hoogte van de proceskosten, wat de complexiteit van de zaak vermindert.
De rechtbank heeft besloten de zaak te verwijzen naar de enkelvoudige kamer, met instemming van beide partijen. Tevens is het eerder vastgestelde processchema, dat was opgesteld in het kader van de Versneld Regime Octrooizaken (VRO), komen te vervallen. De rechtbank heeft de partijen verzocht om op de rol van 28 april 2021 een akte over de proceskosten in te dienen, en op de rol van 26 mei 2021 een reactieve akte. De beslissing is openbaar uitgesproken door de rechters M.E. Kokke, F.M. Bus, M. Knijff en D. Nobel.