Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 20 februari 2020, met producties;
- de conclusie van antwoord tevens houdende een eis in reconventie, met producties;
- partijen hebben vervolgens, nadat de griffie van de rechtbank partijen een aantal afdoeningsmogelijkheden heeft aangeboden, eenparig verzocht om een schriftelijke voortzetting van de procedure, waarbij zij afstand hebben gedaan van een mondelinge behandeling;
- de rolbeslissing van de rechtbank van 28 oktober 2020;
- de schriftelijke instructie van de rechtbank van 25 november 2020;
- de conclusie van antwoord in reconventie met productie;
- de schriftelijke reactie van Kennemerstrand met productie;
- de schriftelijke reactie van de Staat met producties.
2.De feiten
Wij zijn ervan uitgegaan dat de bestemming van de te taxeren 14,5 ha strandvlakte als volgt zal zijn c.q. dat daar de volgende voorzieningen komen:
- een jachthaven (Kennemer Marina) met 500 ligplaatsen en enige waterrecreatieve voorzieningen; 13.00.00 ha;
- een hotel (Kennemer hotel) met 60 kamers, zaal/vergaderruimte en een health-club met sauna en fitness; 0.35.00 ha;
- een plein (Kennemer Plaza) waaraan voorzieningen gesitueerd worden in de uitgaans- en vermaaksfeer; bowling, discotheek, partycentrum, snookerclub (bebouwingspercentage 50); 0.35.00 ha;
- een promenade die de verbinding vormt tussen strand en jachthaven/plein met daarin opgenomen voorzieningen als een pizzeria, croissanterie, kiosk, crêperie, gelaterie (bebouwingpercentage 25); 0.80.00 ha (…)
het verkrijgen, houden, onderhouden, ontwikkelen en exploiteren van (beperkte) rechten op een door de Staat der Nederlanden in erfpacht uit te geven terrein (aangeduid als duin-midden-gebied en centrumgebied), gelegen ten zuiden van de zuidpier te IJmuiden.”
Artikel 5. Canon
De ondererfpachter mag het erfpachtgoed uitsluitend gebruiken voor de realisering en exploitatie van recreatieve voorzieningen en een parkeerterrein met bijbehorende werken zulks in het kader van het bestemmingsplan “IJmuiden aan Zee” van de gemeente Velsen.”
3.Het geschil
In conventie
indien en voorzover het volgens het bestemmingsplan “IJmuiden aan Zee” van de gemeente Velsen voor openbare recreatieve doeleinden bestemde gedeelte van het erfpachtgoed een andere, hoogwaardiger bestemming zal verkrijgen”. Voor het gedeelte van het erfpachtgoed dat een andere bestemming dan voor openbare recreatieve doeleinden heeft, geldt dit niet. Een wijziging van het gebruik van dit deel leidt dus niet tot een verhoging van de afkoopsom. Het bestemmingsplan IJmuiden aan Zee bevat geen specifieke bestemming “openbare recreatieve doeleinden”. Volgens Kennemerstrand ligt het dan ook voor de hand om het begrip “openbare recreatieve doeleinden” te zien in de context van de het taxatieadvies van SAOZ. In dat advies is onderscheid gemaakt tussen ‘gronden voor recreatieve doeleinden’ en een ‘gedeelte van de strandvlakte bestemd voor commerciële doeleinden, te weten een jachthaven en een promenade met c.a. een hotel, winkels en horecagelenheden’. Op basis van dit onderscheid kan ervan worden uitgegaan dat het gedeelte van het erfpachtgoed waaraan het bestemmingsplan IJmuiden aan Zee de bestemmingen ‘centrumgebied’ en jachthaven’ heeft toegekend als ‘commercieel gebied’ zijn aangemerkt. De in het ambitieplan opgenomen voorstellen zijn (deels) beoogd in deze delen van het erfpachtgoed. De overige delen van het erfpachtgoed hebben hoofdzakelijk de bestemmingen ‘verblijfsrecreatie’, ‘dagrecreatie’, ‘strand en duinen’ en ‘natuurgebied’ in de erfpachtakte en zijn aangemerkt als ‘openbare recreatieve doeleinden’. Kennemerstrand heeft aangevoerd dat het voor de beoordeling of de afkoopsom kan worden verhoogd, uitsluitend van belang is of ontwikkelingen voorzien zijn in het ‘openbaar recreatief gebied’. Ontwikkelingen die binnen het ‘toeristisch, commercieel gebied’ plaatsvinden, kunnen geen aanleiding vormen voor een verhoging van de afkoopsom of anderszins aanleiding kunnen vormen voor een aanpassing van de canon.
f15.000 per hectare. De verhoging van de afkoopsom dient plaats te vinden aan de hand van dit door SAOZ opgestelde uitgangspunt, waarbij de prijs nog wel geactualiseerd dient te worden naar het huidige prijspeil en zo nodig door deskundigen.
4.De beoordeling
In conventie en reconventie
Inleiding en beoordelingskader
Verhoging afkoopsom (artikel 5 lid 3 erfpachtakte)
kanworden opgelegd aan de eigenaar op al dan niet regelmatig terugkerende tijdstippen een geldsom – de canon – te betalen. De canon is derhalve geen voor de vestiging van een erfpacht constitutieve verplichting en deze vindt dan ook uitsluitend zijn grondslag in de erfpachtakte. In onderhavige zaak zijn partijen een canonverplichting overeengekomen. De verplichting tot betaling en herziening van de canon is uitputtend geregeld in artikel 5 van de erfpachtakte. In het eerste lid is de afkoopsom vermeld en in het derde lid is een regeling voor een herziening opgenomen. In artikel 3 van de erfpachtakte is geregeld dat de bepalingen in de algemene voorwaarden die betrekking hebben op de betaling en herziening van de canon zijn komen te vervallen. Dat betekent dat de verplichting tot betaling van (een afkoopsom van) de canon en een eventuele herziening daarvan uitsluitend hun grondslag kunnen vinden in artikel 5 van de erfpachtakte.
Indien en voorzover echter het volgens het bestemmingsplan “IJmuiden aan Zee” van de gemeente Velsen voor openbare recreatieve doeleinden bestemde gedeelte van het erfpachtgoed een andere, hoogwaardiger bestemming zal verkrijgen, dan dient de in het eerste lid genoemde koopsom te worden verhoogd.” Tussen partijen bestaat een geschil over de uitleg van “
het voor openbare recreatieve doeleinde bestemde gedeelte” en “
een andere, hoogwaardiger bestemming”.
het voor openbare recreatieve doeleinde bestemde gedeelte” is als zodanig niet nader uitgewerkt in de erfpachtakte en is ook niet opgenomen in voormeld bestemmingsplan. Kennemerstrand heeft samengevat aangevoerd dat “
het voor openbare recreatieve doeleinde bestemde gedeelte” betrekking heeft op het deel van het erfpachtgoed met de bestemmingen ‘verblijfsrecreatie’, ‘dagrecreatie’, ‘strand en duinen’ en ‘natuurgebied’. Enkel wijzigingen van het bestemmingsplan die aan dat deel van het erfpachtgoed een andere, hoogwaardiger bestemming heeft, biedt een grondslag voor een verhoging van de afkoopsom. De Staat heeft zich daarentegen samengevat op het standpunt gesteld dat de canon zal worden verhoogd indien het deel van het erfpachtgoed dat ten tijde van het vestigen van de erfpacht (nog) geen commerciële invulling had, dan wel, een andere hoogwaardiger bestemming zal krijgen. Meer in het bijzonder betreft dit volgens de Staat wijzigingen in het hele erfpachtgoed die leiden tot een andere, hoogwaardiger bestemming dan de 14,5 hectare aan functies/bebouwing die zijn vermeld in en ten grondslag hebben gelegen aan het taxatierapport van SAOZ. De rechtbank zal beoordelen welke van de door partijen bepleite uitleg het meest aannemelijk is.
het voor openbare recreatieve doeleinde bestemde gedeelte” geeft het meest aannemelijk. De woorden “
het voor openbare recreatieve doeleinde bestemde gedeelte” kunnen, op basis van normaal taalgebruik, worden uitgelegd als een openbaar recreatiegebied. Het deel van het erfpachtgoed dat aan Kennemermeer in ondererfpacht is uitgegeven, heeft blijkens artikel 7 van de ondererfpachtakte Midden-Duingebied, een openbare recreatieve functie. In het geval bij een wijziging van het bestemmingsplan een (financieel) hoogwaardiger bestemming gegeven wordt aan dit deel van het erfpachtgoed, dan dient de afkoopsom te worden verhoogd.
het voor openbaar recreatieve doeleinden bestemde gedeelte” volgt dat ook een gedeelte van het erfpachtgoed géén openbaar recreatief doeleinde heeft. Op basis van een objectieve (taalkundige) uitleg betreft dit alle delen van het erfpachtgoed die een andere bestemming hebben dan een openbaar recreatiegebied. De rechtbank acht het het meest aannemelijk dat partijen met het deel van het erfpachtgoed dat geen openbaar recreatief doeleind heeft, bedoeld hebben de delen die (uiteindelijk) bestemd zijn voor de ontwikkeling van de jachthaven, het hotel, de boulevard en de promenade. Ontwikkelingen in dit deel van het erfpachtgoed die op basis van het bestemmingsplan een andere, hoogwaardiger bestemming krijgen, vallen buiten de reikwijdte van artikel 5 lid 3 erfpachtakte en kunnen op basis van de erfpachtakte geen grond zijn voor een aanpassing/verhoging van de afkoopsom.
Goedkeuring Staat (onder voorwaarden) (artikel 6 lid 1 erfpachtakte)
De erfpachter mag het erfpachtgoed uitsluitend gebruiken voor de realisering en exploitatie van het recreatieproject Kennemerstrand, zulks in het kader van het bestemmingsplan “IJmuiden aan Zee” van de gemeente Velsen.”
Plan Kennemerstrand
Luxueuze zeejachthaven met 700 ligplaatsen, voorzien van alle faciliteiten
Luxueus viersterren Seaport Hotel (1000 m in zee!), waarvan de appartementen individueel verkocht worden
Seaport Boulevard met winkelpromenade en horecafaciliteiten (800 m lengte)
Duinrecreatiegebied met binnenmeer van 13 ha
Natuurgebied van 25 ha.”
het volgens het bestemmingsplan “IJmuiden aan Zee” van de gemeente Velsen voor openbare recreatieve doeleinden bestemde gedeelte van het erfpachtgoed”en dit gedeelte “
een andere, hoogwaardiger bestemming zal verkrijgen” dan geldt echter het kader van artikel 5 lid 3 erfpachtakte. De Staat is in die gevallen bij het verlenen van toestemming voor het gebruik gebonden aan artikel 5 lid 3 erfpachtakte. Voor beoogde ontwikkelingen in de andere delen van het erfpachtgoed die buiten de reikwijdte van artikel 6 lid 1 erfpachtakte vallen geldt het volgende. Tegen de achtergrond dat op basis van artikel 6 lid 1 erfpachtakte een limitatief aantal, concrete ontwikkelingen op het erfpachtgoed toegestaan zijn, kan uit de omstandigheid dat artikel 5 lid 3 erfpachtakte beperkt is tot ontwikkelingen in het
voor openbare recreatieve doeleinden bestemde gedeelte van het erfpachtgoed, niet worden afgeleid dat voor ontwikkelingen in de andere delen van het erfpachtgoed geen verhoging van de afkoopsom kan worden bedongen door de Staat. Deze ontwikkelingen zijn immers niet toegestaan op basis van de erfpachtakte zodat de erfpachtakte ook niet hoeft te voorzien in een regeling voor een verhoging van de afkoopsom. Partijen zullen op basis van de hen toekomende contractsvrijheid voor deze ontwikkelingen nadere afspraken dienen te maken.
Verhoging op basis van uitgangspunten SAOZ of residuele waardebepaling
het voor openbare recreatieve doeleinden bestemde gedeelte van het erfpachtgoed” is de regeling van artikel 5 lid 3 erfpachtakte van toepassing. Zoals al overwogen in 4.25 heeft te gelden dat de erfpachtakte niet voorschrijft op welke wijze een verhoging van de afkoopsom moet worden vastgesteld. Dit betekent dat de erfpachtakte geen grondslag biedt voor de verklaring voor recht dat voor de berekening van de hoogte van de verhoging van de afkoopsom de residuele methode moet worden voorgeschreven. Het is aan de door partijen te benoemen deskundigen (zie artikel 5 lid 3 erfpachtakte) om de verhoging vast te stellen, indien partijen er niet samen uit komen.
het voor openbare recreatieve doeleinden bestemde gedeelte van het erfpachtgoed” dan heeft te gelden dat partijen met elkaar in onderhandeling dienen te treden over de door de Staat te verlenen toestemming en de aan die toestemming te verbinden voorwaarden. Zoals hiervoor overwogen mag de Staat ook financiële voorwaarden verbinden aan deze toestemming. Het valt binnen de contractsvrijheid van partijen om nader overeen te komen op welke wijze deze financiële voorwaarden worden bepaald, welke waarde(ringsmethode) gebruikt wordt en of een of meer deskundigen hierin een rol dienen te spelen. De rechtbank kan partijen hiertoe niet veroordelen nu de wet noch de erfpachtakte hiervoor een titel bevat.
Eenmalige afkoopsom of periodieke canon
het voor openbare recreatieve doeleinden bestemde gedeelte van het erfpachtgoed” en die in de rest van het erfpachtgoed.
het voor openbare recreatieve doeleinden bestemde gedeelte van het erfpachtgoed.”Voor dit deel van het erfpachtgoed geldt de regeling van artikel 5 lid 3 erfpachtakte. Nu partijen in artikel 5 erfpachtakte een eenmalige afkoopsom zijn overeengekomen en geen (periodieke/jaarlijkse) canonbetaling, geldt dat bij een herziening op grond van artikel 5 lid 3 erfpachtakte alleen een verhoging van de eenmalige afkoopsom verschuldigd is. De door Kennemerstrand onder 5 gevorderde verklaring voor recht wordt toegewezen, waarbij de rechtbank er vanuit gegaan is dat Kennemerstrand bedoeld heeft te verwijzen naar artikel 5 lid 3 erfpachtakte.
het voor openbare recreatieve doeleinden bestemde gedeelte van het erfpachtgoed, geldt de motivering in 4.31 onverkort voor deze verklaring voor recht.
Afrekening Seaport Beach Resort
Subsidiaire vordering
Proceskosten