ECLI:NL:RBDHA:2021:9180

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
29 juli 2021
Publicatiedatum
20 augustus 2021
Zaaknummer
AWB 20/5472
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering tot rectificatie van nationaliteit op basis van Venezolaanse wetgeving en privacywetgeving

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 29 juli 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres verzocht om wijziging van haar geregistreerde nationaliteit van 'Venezolaanse' naar 'staatloos' op basis van de privacywetgeving. De rechtbank oordeelde dat het bestreden besluit van de Staatssecretaris als een primair besluit moet worden aangemerkt. Eiseres, geboren uit Venezolaanse ouders, wordt volgens de Venezolaanse wetgeving als Venezolaanse beschouwd, waardoor zij niet voldoet aan de voorwaarden om als staatloos te worden aangemerkt. De rechtbank concludeerde dat er geen onjuist geregistreerde gegevens zijn die rectificatie vereisen. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard.

De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres geen belang meer heeft bij de afgifte van een correct W-document, aangezien zij al in het bezit is van een verblijfsvergunning asiel. De rechtbank heeft de bezwaren van eiseres als beroepschrift behandeld, gezien de proceseconomie en de wens van partijen om tot een uitspraak te komen. De rechtbank heeft ook overwogen dat de registratie van de nationaliteit van eiseres correct is, aangezien zij van rechtswege de Venezolaanse nationaliteit bezit. De rechtbank heeft de argumenten van eiseres over de onjuistheid van de registratie en de schending van de hoorplicht verworpen. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft het beroep ongegrond verklaard.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Zittingsplaats Rotterdam
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 20/5472

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 29 juli 2021 in de zaak tussen

[eiseres] , eiseres,

V-nummer: [V-nummer]
gemachtigde: mr. A.M.J.M. Louwerse,
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,

gemachtigde: mr. R.P.G.H. Belluz.

Procesverloop

Op 4 en 13 juni 2019 heeft eiseres verweerder verzocht om de geregistreerde nationaliteit aan te passen van ''Venzolaanse'' naar ''staatloos''.
Op 5 juli 2019 heeft verweerder een W-document aan eiseres verstrekt.
Op 12 juli 2019 heeft eiseres hiertegen bezwaar gemaakt en verweerder op grond van de privacywetgeving wederom verzocht om de nationaliteitsregistratie “Venezolaanse” aan te passen in “staatloos”.
Op 15 juli 2019 is eiseres in het bezit gesteld van een afgeleide asielvergunning.
Eiseres heeft de gronden van bezwaar aangevuld. Daarnaast heeft eiseres verweerder op 29 november 2019 in gebreke gesteld.
Bij besluit van 29 juni 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar kennelijk ongegrond verklaard.
Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld.
Verweerder heeft op 19 juli 2021 een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft bij bericht van 20 juli 2021 partijen erop geattendeerd dat ter zitting zal worden besproken of het bestreden besluit heeft te gelden als een primair besluit voor wat betreft het verzoek tot wijziging van de nationaliteit.
Eiseres heeft bij bericht van 21 juli 2021 gereageerd.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 22 juli 2021. Eiseres en haar gemachtigde zijn, met bericht van verhindering, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiseres is geboren op [geboortedatum] 2019 en stelt staatloos te zijn.
2. Verweerder heeft aan het bestreden besluit het volgende ten grondslag gelegd. Het W-document is een weergave van de registratie van de vreemdeling zoals opgenomen in de asielprocedure. Nu eiseres staat geregistreerd als Venezolaanse, kan het bezwaar reeds daarom niet slagen. Ten aanzien van het verzoek tot wijziging van de nationaliteit verwijst verweerder naar artikel 32 van de Venezolaanse Grondwet en pagina 32 van het Algemeen Ambtsbericht Venezuela 2020 (Algemeen Ambtsbericht). Hieruit volgt dat een ieder die in het buitenland is geboren als kind uit ten minste één Venezolaanse ouder van rechtswege de Venezolaanse nationaliteit bezit. Dat eiseres nog stappen dient te nemen om de registratie van de nationaliteit te formaliseren, maakt gezien de tekst in de Venezolaanse Grondwet geenszins dat eiseres als staatloos moet worden beschouwd, nu eiseres van rechtswege de Venezolaanse nationaliteit bezit. Verweerder ziet tot slot geen reden voor toekenning van een dwangsom, nu uit werkinstructie 2020/4 en de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling) van 21 augustus 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:2810) volgt dat bij kennelijke ongegrondheid, zoals in dit geval, geen automatische dwangsom is verschuldigd.
In het verweerschrift heeft verweerder verwezen naar artikel 32, tweede lid, van de Venezolaanse Grondwet en erop gewezen dat niet in geschil is dat beide ouders van eiseres over een bij geboorte verkregen Venezolaanse nationaliteit beschikken. De Venezolaanse nationaliteit van eiseres is van rechtswege ontstaan en dus juist door verweerder geregistreerd.
Ter zitting heeft verweerder aangegeven dat abusievelijk de verkeerde uitspraak van de Afdeling in het bestreden besluit is genoemd. Dit moet zijn de uitspraak van de Afdeling van 14 oktober 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:3452).
3. Eiseres voert aan dat zij geen belang meer heeft bij afgifte van een (correct) W-document, nu zij bij beschikking van 15 juli 2019 in het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning asiel. Eiseres heeft echter nog wel belang bij rectificatie van de onjuist geregistreerde persoonsgegevens op grond van artikel 16 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Door middel van optie zal eiseres het Nederlanderschap kunnen verkrijgen wanneer zij drie jaar oud is, als zij is geregistreerd als “staatloos”. Eiseres dient op dit moment te worden aangemerkt als “staatloos”. Blijkens het Algemeen Ambtsbericht (pagina 32 - 33) volgt uit de Venezolaanse wetgeving dat eiseres de Venezolaanse nationaliteit niet kan hebben. Eiseres is namelijk in Nederland geboren, heeft zich niet in Venezuela gevestigd en heeft niet haar wil uitgesproken om de Venezolaanse nationaliteit te verkrijgen. Van de juistheid van het Algemeen Ambtsbericht dient te worden uitgegaan. Verweerder had daarom de nationaliteit van eiseres moeten corrigeren van “Venezolaanse” naar “staatloos”.
4.1.
De rechtbank stelt allereerst vast dat voor zover het bestreden besluit ziet op de afwijzing tot afgifte van een (correct) W-document, eiseres hier geen belang meer bij heeft, zoals zij zelf ook heeft onderkend. Het geschil tussen partijen spitst zich blijkens de gronden van beroep uitsluitend toe op de weigering van verweerder om tot rectificatie van de nationaliteit over te gaan. De rechtbank stelt in dat kader vast dat verweerder eerst in het bestreden besluit heeft beslist op het verzoek van eiseres om op grond van de privacywetgeving de geregistreerde nationaliteit te wijzigen van ''Venezolaanse'' naar ''staatloos''. Het bestreden besluit dient dan ook in zoverre te worden aangemerkt als een primair besluit. Dit betekent dat de rechtbank onbevoegd is en het beroepschrift aan verweerder zou moeten doorsturen ter behandeling als een bezwaarschrift. Eiseres heeft echter in de reactie van 21 juli 2021 een uitdrukkelijk beroep gedaan op artikel 7:1a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en verweerder verzocht in te stemmen met rechtstreeks beroep. Zoals eiseres heeft aangegeven zal de bezwaarfase niets toevoegen en zal dit uitsluitend leiden tot een nodeloze vertraging in de procedure. Verweerder deelt dit standpunt van eiseres en heeft ter zitting toestemming gegeven om de zaak met toepassing van artikel 7:1a van de Awb te beslechten. Ook de rechtbank ziet niet in dat de bezwaarfase in dit geval nog iets zal toevoegen, nu de standpunten van partijen zijn gewisseld, duidelijk zijn en daarin geen verandering meer zal komen. De rechtbank ziet gelet daarop, de proceseconomie en de uitdrukkelijke wens van partijen om thans te komen tot een uitspraak, aanleiding om de bezwaren als een beroepschrift te behandelen.
4.4.1.
Op grond van artikel 16 van de AVG, voor zover van belang, heeft de betrokkene het recht om van de verwerkingsverantwoordelijke onverwijld rectificatie van hem betreffende onjuiste persoonsgegevens te verkrijgen.
4.4.2.
Op grond van artikel 1, eerste lid, aanhef en onder f, van de Rijkswet op het Nederlanderschap (RWN), voor zover van belang, wordt verstaan onder stateloze: een persoon die door geen enkele staat, krachtens die wetgeving, als onderdaan wordt beschouwd.
4.4.3.
In de Handleiding Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 wordt artikel 1, eerste lid, aanhef en onder f, van de RWN, voor zover van belang, als volgt toegelicht.
Voor de toepassing van deze Rijkswet wordt verstaan onder staatloze: een persoon die door geen enkele staat, krachtens diens wetgeving, als onderdaan wordt beschouwd.
Personen die, met inachtneming van de betreffende nationaliteitswetgeving, werkelijk door geen enkel land als onderdaan worden aangemerkt, zijn staatloos in de zin van de RWN. Hiermee is de definitie van het begrip ‘staatloze’ in overeenstemming met de definitie in artikel 1 van het Verdrag van New York van 28 september 1954, betreffende de status van staatlozen (Trb. 1957, 22).
4.4.4.
Op grond van artikel 32, tweede lid, van de Venezolaanse Grondwet is eenieder die in het buitenland is geboren en die het kind is van een vader en een moeder die beide van geboorte Venezolaan zijn, Venezolaan bij geboorte.
Op grond van artikel 32, derde lid, van de Venezolaanse Grondwet is eenieder die in het buitenland is geboren en die het kind is van een vader of een moeder die van geboorte Venezolaan is, Venezolaan bij geboorte op voorwaarde dat diegene zich heeft gevestigd in Venezuela of diegene zijn/haar wil heeft uitgesproken om de Venezolaanse nationaliteit te verkrijgen.
4.5.
Niet in geschil is dat verweerder verwerkingsverantwoordelijke is en eiseres zich tot verweerder kon wenden om rectificatie van haar betreffende persoonsgegevens te verzoeken. In dat kader dient te worden beoordeeld of de registratie van de nationaliteit “Venezolaanse” van eiseres onjuist is. Daartoe overweegt de rechtbank als volgt. Niet is betwist dat beide ouders van eiseres bij geboorte Venezolaans zijn. Gelet hierop, en onder verwijzing naar artikel 32, tweede lid, van de Venezolaanse Grondwet, stelt verweerder dan ook terecht dat eiseres bij geboorte, dus van rechtswege, de Venezolaanse nationaliteit heeft verkregen. Daarvoor is niet nodig dat eiseres zich vestigt in Venezuela of de wil uitspreekt om de Venezolaanse nationaliteit te verkrijgen, zoals – blijkens artikel 32, derde lid, van de Venezolaanse Grondwet - wel het geval zou zijn indien slechts één ouder de Venezolaanse nationaliteit heeft. De tekst op pagina 32-33 van het Algemeen Ambtsbericht ziet naar het oordeel van de rechtbank dan ook op laatstgenoemde situatie. Daarbij merkt de rechtbank op dat de nationaliteitswetgeving van Venezuela bepalend is. Dat eiseres handelingen zal moeten verrichten om een paspoort te verkrijgen, doet aan het voorgaande niet af. Nu eiseres krachtens de Venezolaanse wetgeving wordt beschouwd als onderdaan van Venezuela, voldoet zij niet aan de voorwaarde om als staatloze te worden aangemerkt, zoals bedoeld in artikel 1, eerste lid, aanhef en onder f, van de RWN en is er geen sprake van onjuist geregistreerde persoonsgegevens op grond waarvan verweerder volgens artikel 16 van de AVG, gehouden is om deze te rectificeren. Verweerder heeft dit dan ook terecht geweigerd.
5. Eiseres voert verder aan dat verweerder haar had moeten horen en dat verweerder het bezwaar niet heeft kunnen afdoen als kennelijk ongegrond. Ook is door verweerder een dwangsom verschuldigd naar aanleiding van de ingebrekestelling.
6.1.1.
Op grond van artikel 4:17, zesde lid, aanhef en onder c, van de Awb is geen dwangsom verschuldigd indien de aanvraag kennelijk niet-ontvankelijk of kennelijk ongegrond is.
6.2.
Voor zover eiseres de beroepsgrond ten aanzien van schending van de hoorplicht handhaaft, kan deze beroepsgrond in het licht van hetgeen hiervoor is overwogen niet slagen. Blijkens de gronden van beroep is immers uitsluitend de weigering tot aanpassing van de nationaliteit nog aan de orde; eiseres heeft in dat kader juist uitdrukkelijk verzocht om rechtstreeks beroep, zoals volgt uit rechtsoverweging 4.1. Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat, gelet op artikel 32, tweede lid, van de Venezolaanse Grondwet, evident is dat de aanvraag ongegrond is, zodat verweerder zich terecht op het standpunt stelt dat hij op grond van artikel 4:17, zesde lid, aanhef en onder c, van de Awb, geen dwangsom is verschuldigd.
7. Het beroep is ongegrond.
8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.M.J. Adriaansen, rechter, in aanwezigheid van
mr. P.R. de Man, griffier. De uitspraak is in het openbaar gedaan op 29 juli 2021.
De rechter en de griffier zijn verhinderd de uitspraak te ondertekenen.
griffier rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen vier weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.