Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de meervoudige kamer van 6 augustus 2021 in de zaak tussen
[eiser] , eiser
de minister van Buitenlandse Zaken, verweerder
Procesverloop
23 april 2021 van deze gelegenheid gebruik gemaakt.
Het onderzoek ter zitting heeft, via een Skype-verbinding, plaatsgevonden op
4 mei 2021. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde en zijn moeder, J. Bardet. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Overwegingen
12 februari 2020 overwogen dat verweerder in zaken over nationaliteitsverlies van rechtswege dient te onderzoeken of de gevolgen van het nationaliteitsverlies in overeenstemming zijn met het evenredigheidsbeginsel uit het oogpunt van het recht van de Europese Unie (hierna: het Unierecht). [6] De evenredigheid moet worden beoordeeld naar het moment van het van rechtswege verliezen van het Nederlanderschap en daarmee van het Unieburgerschap. [7]
Het oordeel van de rechtbank
7.3. De rechtbank stelt voorop dat uit uitspraken van de Afdeling volgt dat voor een succesvol beroep op het evenredigheidsbeginsel vereist is dat eiser gevolgen ondervindt die in de sfeer van het Unierecht liggen. [10] Aan argumenten die niet direct op het Unierecht betrekking hebben, komt geen gewicht toe bij de beoordeling of het verlies van de Nederlandse nationaliteit onevenredig moet worden geacht.
Beslissing
.