ECLI:NL:RBDHA:2021:8909
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Uitschrijving uit de Basisregistratie Personen en deugdelijkheid van het onderzoek door de gemeente
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 17 augustus 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser en het college van burgemeester en wethouders van Den Haag. Eiser was ambtshalve uitgeschreven uit de Basisregistratie Personen (BRP) met ingang van 28 juli 2020. Dit besluit werd genomen na onderzoek door verweerder, die concludeerde dat eiser niet op het adres stond ingeschreven waar hij beweerde te wonen. Eiser was het niet eens met deze beslissing en heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit van 26 januari 2021, waarin het bezwaar van eiser ongegrond werd verklaard.
De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder voldoende en deugdelijk gemotiveerd heeft aangetoond dat eiser niet op het opgegeven adres woonde. Observaties, camerabeelden en informatie van de verhuurder wezen erop dat een derde persoon op het adres woonde. Eiser had geen aangifte van verhuizing gedaan en zijn verklaringen tijdens een politie-inval gaven aan dat hij in Zoetermeer verbleef. De rechtbank oordeelde dat de intentie van eiser om terug te keren naar het adres niet relevant was voor de feitelijke woonplaats.
De rechtbank concludeerde dat het beroep ongegrond was, omdat de gegevens in de BRP correct dienden te zijn en er geen ruimte was voor een belangenafweging. De uitspraak werd gedaan door mr. G.P. Kleijn, in aanwezigheid van griffier mr. G.A. Verhoeven, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde dag.