Uitspraak
Beschikking van de meervoudige kamerBeëindiging gezag
de Raad voor de Kinderbescherming, Regio Noord-Holland,
hierna gezamenlijk te noemen: de kinderen.
[de vrouw]hierna te noemen: de moeder,
advocaat: mr. P.H. Visser, gevestigd te Wormerveer,
[de man]
Procedure
- het verzoekschrift met bijlagen;
- de schriftelijke update van de Raad van 17 juni 2021, ingekomen op 1 juli 2021;
- de aanvullende stukken van de zijde van de advocaat van de moeder van 21 juli
- de heer [vertegenwoordiger van de raad] namens de Raad;
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- de vader.
Feiten
– Bij beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Noord-Holland van 30 mei 2017 zijn [minderjarige 1] en [minderjarige 2] onder toezicht gesteld van 30 mei 2017 tot 30 mei 2018, welke ondertoezichtstelling vervolgens steeds is verlengd tot 30 mei 2020.
– Bij beschikking van de meervoudige kamer voor familiezaken van 17 december 2018 van de rechtbank Noord-Holland heeft de rechtbank de hoofdverblijfplaats van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] in die zin gewijzigd dat hun hoofdverblijfplaats bij de vader zal zijn.
– De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 28 mei 2020 het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] afgewezen.
Verzoek en verweer
Beoordeling
Beslissing
[geboortedag 3] 1973 te [geboorteplaats 3] , over de minderjarigen:
mr. D.G.J. Dop, mr. E.C.M. Bouman en mr. E.J. Stalenberg, kinderrechters, in tegenwoordigheid van mr. K.M.M. Bertrand als griffier.