ECLI:NL:RBDHA:2021:8780
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening en intrekking van bijstandsuitkering met terugvordering en gevolgen van uitspraak CRvB
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 juli 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, die een bijstandsuitkering ontving, en het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de terugvordering van haar bijstandsuitkering over verschillende periodes, na eerdere besluiten van de gemeente. De rechtbank heeft de zaak behandeld na een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) op 4 mei 2021, die de eerdere besluiten van de gemeente gedeeltelijk had vernietigd. De rechtbank oordeelde dat met de herroeping van het intrekkingsbesluit door de CRvB, de grondslag voor de terugvordering van de bijstandsuitkering over de periode van 1 december 2016 tot en met 31 maart 2017 was komen te vervallen. De rechtbank heeft het bestreden besluit van de gemeente vernietigd voor deze periode en primair besluit I herroepen. Eiseres kreeg ook een vergoeding voor de proceskosten en het griffierecht terugbetaald. De uitspraak benadrukt de gevolgen van de CRvB-uitspraak voor de terugvordering van bijstandsuitkeringen en de noodzaak voor de gemeente om haar besluiten te herzien in het licht van nieuwe juridische oordelen.