In deze zaak gaat het om een jonge man van Afghaanse nationaliteit die bij terugkeer naar Afghanistan vreest voor de Taliban. Hij is afkomstig uit de provincie Logar en heeft verklaard dat zijn vader voor de overheid en buitenlandse organisaties werkte. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid in het bestreden besluit ten onrechte geen beoordeling heeft gemaakt van de algemene veiligheidssituatie in Afghanistan, met name in de provincie Logar. De rechtbank constateert een motiveringsgebrek, omdat verweerder niet heeft onderkend dat de situatie in Afghanistan is verslechterd sinds het terugtrekken van internationale strijdkrachten. Eiser heeft onderbouwd dat de provincie Logar tot de onveiligste provincies behoort en dat hij en zijn vader gevaar lopen vanwege hun connecties met de internationale gemeenschap.
De rechtbank wijst erop dat de verklaringen van eiser in een breder perspectief moeten worden bekeken, vooral gezien zijn jonge leeftijd en de context van de werkzaamheden van zijn vader. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris onvoldoende rekening heeft gehouden met de risico's die eiser loopt, niet alleen vanwege zijn eigen situatie, maar ook vanwege de werkzaamheden van zijn vader. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt de staatssecretaris op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, waarbij de door eiser overgelegde landeninformatie en de risico's voor hem en zijn vader in acht moeten worden genomen. De rechtbank veroordeelt de staatssecretaris ook in de proceskosten van eiser.