Uitspraak
hierna: gefailleerde,
advocaat: mr. M. Goedhart.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 1 februari 2021 uitspraak gedaan in het verzet van de gefailleerde tegen het faillissement dat op 22 december 2020 was uitgesproken. De gefailleerde had op 4 januari 2021 verzet ingesteld tegen het faillissement en op 8 januari 2021 een verzoek ingediend voor de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gefailleerde op 1 februari 2021 is toegelaten tot deze regeling, wat volgens de wet niet mogelijk is in combinatie met een faillissement. Hierdoor heeft de rechtbank besloten het faillissement te vernietigen. De kosten van de aanvraag van het faillissement worden ten laste van de gefailleerde gebracht, maar het salaris van de curator en de faillissementskosten zijn vastgesteld op nihil. De uitspraak is gedaan door rechter A.C.M. Höppener en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van griffier C.R. Cortenbach-van der Lek LL.B. Tegen deze uitspraak kan binnen acht dagen hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Den Haag.