ECLI:NL:RBDHA:2021:845

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
1 februari 2021
Publicatiedatum
5 februari 2021
Zaaknummer
C/09/21/16 R
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) ondanks CJIB schulden met toepassing van de hardheidsclausule ex art. 288 lid 3 Fw

In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 1 februari 2021 uitspraak gedaan over het verzoek van een schuldenaar om toegelaten te worden tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). De schuldenaar was op 22 december 2020 in staat van faillissement verklaard en heeft op 8 januari 2021 een verzoek ingediend voor toelating tot de WSNP. Tijdens de zitting op 1 februari 2021 heeft de schuldenaar, bijgestaan door zijn curator mr. E.H.J. van de Velde, een beroep gedaan op de hardheidsclausule van artikel 288 lid 3 van de Faillissementswet, in verband met verkeersboetes die zijn ontstaan door toedoen van een ex-werknemer. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldenaar te goeder trouw was bij het ontstaan van de schulden en dat de verkeersboetes niet aan hem kunnen worden toegerekend. De rechtbank heeft geoordeeld dat de schuldenaar voldoet aan de eisen voor toelating tot de WSNP en heeft het verzoek toegewezen. De rechtbank heeft tevens de bewindvoerder aangesteld en bepaald dat de schuldenaar zich moet houden aan de verplichtingen van de WSNP, zodat hij uiteindelijk kan profiteren van de 'schone lei'.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANKDEN HAAG
Team Insolventies
insolventienummer: C/09/21/[00] R
Vonnis van 1 februari 2021
op het verzoek van:
]verzoeker],
te [adres]
[postcode en woonplaats],
verzoeker.

1.De procedure

1.1.
Schuldenaar is bij vonnis van 22 december 2020 in staat van faillissement verklaard.
1.2.
Op 5 januari 2021 heeft schuldenaar tijdig verzet ingesteld strekkende tot vernietiging van het faillissementsvonnis.
1.3.
Op 8 januari 2021 heeft schuldenaar een verzoek ingediend om te worden toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). Dit verzoekschrift is op 1 februari 2021 in raadkamer behandeld. Hierbij zijn verschenen en gehoord:
  • verzoeker;
  • mr. E.H.J. van de Velde, curator.
1.4.
De rechtbank heeft het vonnis bepaald op heden.

2.De beoordeling van het verzoek

2.1.
De verzoeker kan alleen in de WSNP komen als verzoeker te goeder trouw was bij het ontstaan en onbetaald laten van de schulden. De rechtbank kijkt vooral naar schulden die in de afgelopen vijf jaar zijn ontstaan. Tijdens de zitting heeft verzoeker een beroep gedaan op de hardheidsclausule van artikel 288 lid 3 Fw met betrekking tot de verkeersboetes bij het CJIB die op 22 en 23 december 2018 zijn ontstaan.
2.2.
De rechtbank onderkent dat bij het ontstaan van de schulden bij het CJIB vraagtekens kunnen worden geplaatst. Tijdens de zitting heeft verzoeker verklaard dat de verkeersboetes zijn veroorzaakt door een ex-werknemer aan wie hij zijn auto destijds heeft uitgeleend. Verzoeker heeft geprobeerd de schulden op hem te verhalen, maar dat is niet gelukt. Verzoeker heeft verklaard geen contact meer te hebben met de betreffende ex-werknemer.
2.3.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank het voldoende aannemelijk dat het ontstaan van de verkeersboetes niet aan verzoeker kan worden toegerekend. Daarnaast gaat de rechtbank er, op grond van de verklaringen van verzoeker en van de schuldhulpverlener, tevens van uit dat verzoeker in staat zal zijn de uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen na te komen. Dit leidt er toe dat de rechtbank met toepassing van de zogenoemde hardheidsclausule van artikel 288 lid 3 van de Faillissementswet het verzoek zal toewijzen.
2.4.
De verzoeker voldoet aan alle eisen en wordt toegelaten tot de WSNP.
2.5.
De verzoeker moet zich houden aan alle verplichtingen van de WSNP, alleen dan kan de WSNP eindigen met de zogenoemde “schone lei”. De verplichtingen staan in het WSNP-informatieboekje.

3.De beslissing

- De rechtbank spreekt de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling uit over:
[verzoeker]
geboren op [geboortedatum] 1977 te [geboorteplaats] (Afghanistan),
wonende te [adres, postcode en woonplaats],
handelend onder de naam '[X]',
gevestigd [adres, postcode en vestigingsplaats],
onder nummer [00000000].
- De rechtbank stelt vast dat alle gelegde beslagen komen te vervallen.
- De rechtbank benoemt tot rechter-commissaris: mr. H.J. van Harten,
en tot bewindvoerder: mr. J. Perez Herrera (Koppelman & Perez Bewind),
Postbus 2
3214 ZG Zuidland;
- De rechtbank draagt de bewindvoerder op om de komende dertien maanden de post van verzoeker in te zien.
  • De rechtbank bepaalt dat de bewindvoerder een voorschot op de vergoeding mag nemen volgens het Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering. Dit kan alleen:
  • zolang de schuldsaneringsregeling loopt en
  • als er genoeg geld op de boedelrekening staat.
Deze beslissing is genomen door mr. H.J. van Harten, rechter, en uitgesproken op 1 februari 2021 in tegenwoordigheid van mr. M.J.P. Vink, griffier.