Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser, V-nummer: [V-nummer]
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
mr. D.M. Biermann, griffier.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure waarbij eiser, vertegenwoordigd door mr. K. Yousef, beroep heeft ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Het bestreden besluit, gedateerd 11 juni 2020, betreft de inwilliging van de aanvraag van eiser voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Eiser heeft op 2 juli 2020 beroep ingesteld tegen de vaststelling van de hoogte van de rechterlijke dwangsom die aan de staatssecretaris was opgelegd. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser op 28 juni 2019 een asielaanvraag heeft ingediend en dat er eerder een uitspraak is gedaan waarin de staatssecretaris is opgedragen om binnen acht weken te beslissen op de aanvraag. De rechtbank heeft geoordeeld dat de staatssecretaris zich niet aan deze termijn heeft gehouden, maar dat de hoogte van de dwangsom niet kan worden vastgesteld door de bestuursrechter. De rechtbank heeft zich onbevoegd verklaard om van het beroep kennis te nemen, omdat de vaststelling van de dwangsom geen publiekrechtelijke rechtshandeling betreft en eiser zich hiervoor tot de burgerlijke rechter moet wenden.
De uitspraak is gedaan door mr. J.J.P. Bosman, in aanwezigheid van griffier mr. D.M. Biermann, en is openbaar gemaakt. Eiser heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na de uitspraak een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de beslissing.