Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser, V-nummer: [V-nummer]
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
mr. D.M. Biermann, griffier.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 29 juli 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een eiser en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiser had een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd aangevraagd, welke op 8 mei 2020 door de staatssecretaris was ingewilligd. Echter, de eiser stelde beroep in tegen de vaststelling van de hoogte van de verbeurde rechterlijke dwangsom, die was vastgesteld op € 300,-. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting en heeft zich onbevoegd verklaard om van het beroep kennis te nemen. De rechtbank oordeelde dat de beslissing over de hoogte van de dwangsom geen publiekrechtelijke rechtshandeling was en dat de bevoegdheid om deze beslissing te nemen niet aan het publiekrecht ontleend was. Hierdoor kon de eiser niet bij de bestuursrechter procederen over de hoogte van de dwangsom, maar moest hij zich wenden tot de burgerlijke rechter. De uitspraak is openbaar gemaakt en de eiser heeft de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak.