Uitspraak
advocaten mrs. C.A.M. Lombert en E.S. Haalebos te Amsterdam,
advocaat mr. B.J.H. Blaisse-Verkooijen te Haarlem,
advocaat mr. L.J.W. Sueters te ’s-Hertogenbosch.
1.De procedure
- de dagvaarding met (uiteindelijk) 12 producties;
- de incidentele conclusies tot tussenkomst, subsidiair voeging van Olympia, Randstad en [tussenkomende pij 3];
- de conclusie van antwoord van de Staat in de hoofdzaak, met 2 producties;
- de drie conclusies van antwoord in de incidenten van de Staat;
- de bij de mondelinge behandeling door alle partijen overgelegde pleitnotities.
2.De incidenten tot tussenkomst
3.De feiten
4.Het geschil
5.De beoordeling van het geschil
voorkortere periodes”, terwijl de casus bij wens 4 melding maakt van ziekteverzuim “
inkortere periodes”, maakt niet dat de casus anders door de Staat is uitgelegd dan als omschreven in de aanbestedingsstukken. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter geeft het gebruik van verschillende voorzetsels – nog daargelaten dat de Conclusie van Antwoord een verschrijving kan bevatten – niet een volledig andere lading aan de casus als geheel. De conclusie hiervan is dat wens 4 objectief duidelijk is.