Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[Naam], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Eiser is van mening dat ten aanzien van Italië niet van het interstatelijk vertrouwensbeginsel kan worden uitgegaan omdat zich daar aan het systeem gerelateerde structurele tekortkomingen van de asielprocedure en de opvangvoorzieningen voordoen. Ter onderbouwing van deze stelling heeft eiser gewezen op de AIDA [3] rapportage Update 2019, en het artikel van Organized Crime and Corruption Reporting Project (OCCRP), ‘Italy: After Cosa Nostra, Nigerian Black Axe New Foe for Police’, van 17 mei 2018. Het bestreden besluit is onvoldoende gemotiveerd omdat verwezen wordt naar jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling). Dit kan niet als motivering dienen, die dient te bestaan uit feitelijke overwegingen, aldus eiser. Eiser stelt verder dat er sprake is van schending van artikel 3 van het EVRM [4] . Eiser is als kwetsbaar aan te merken omdat hij geen sociaal netwerk heeft in Italië en de opvang en mogelijkheden tot bescherming ondermaats zijn. Hij is slachtoffer van de maffia, die hem heeft ingezet als drugskoerier. Het is een illusie dat eiser hulp zou kunnen vragen bij de Italiaanse autoriteiten. Indien eiser zich zou melden bij de politie om een klacht in te dienen zal hij in bewaring worden gezet en vervolgens uitgezet. Verweerder heeft een vergewisplicht wat betreft de veiligheid van eiser.