Uitspraak
1.1. MURBO B.V.te Hazerswoude ,
[eiser 2]te [plaats] ,
1.[gedaagde] [plaats 2] (Duitsland),
[gedaagde 2]te [plaats 2] (Duitsland),
1.De procedure
- de dagvaarding van 25 november 2019, met producties 1-5;
- de conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie, met producties 1-32;
- de conclusie van antwoord in reconventie, met producties (Murbo 1-5);
- het tussenvonnis van 19 augustus 2020 waarbij een plaatsopneming en mondelinge behandeling zijn bevolen;
- de akte eiswijziging tevens overlegging producties van de zijde van [gedaagden] , met producties 33-52;
- de brief van 8 januari 2021 van de zijde van Murbo c.s. met producties (Murbo 6-11);
- de conclusie eisvermeerdering tevens houdende provisionele eis tevens overlegging producties (53-58)
- de brief van 18 juni 2021 van de zijde van Murbo c.s. met producties (Murbo 12-16)
- de plaatsopneming en de aansluitende mondelinge behandeling van 2 juli 2021, waarbij zijn verschenen:
- de heer [eiser 1] en mevrouw [eiser 1] namens Murbo en [eiser 2] , bijgestaan door mr. van der Wal voornoemd;
- de heer [gedaagde] in persoon, bijgestaan door mr. van Osch voornoemd.
2.De beslissing
3.De beoordeling in conventie en in reconventie
agrarischverkeer’ dient vast te stellen. Bij de uitleg van dit begrip kent de rechtbank een grote betekenis toe aan de bestemming van het perceel. Ten tijde van de vestiging van de erfdienstbaarheid was op het perceel een kwekerij gevestigd. Bovendien had het perceel ten tijde van de vestiging van de erfdienstbaarheid een agrarische bestemming en deze bestemming is nadien niet gewijzigd. Aan deze objectieve omstandigheden wordt in het kader van de uitleg van de akte een grotere betekenis toegekend dan de eigen opvatting van [gedaagden] in een bestuursrechtelijke procedure van de gemeente [gemeente] dat dit niet het geval is, waarnaar Murbo c.s. hebben verwezen (productie 4 bij dagvaarding). [gedaagden] hebben op de zitting onweersproken gesteld dat zij een drietal keer gepoogd hebben het perceel aan een kweker te verkopen en dat zij het perceel in de toekomst waarschijnlijk aan een kweker zullen verkopen, waarmee het perceel weer voor agrarische doeleinden wordt gebruikt. Dit alles duidt erop dat het perceel een agrarische bestemming heeft en zal behouden.