Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Wima Airconditioning,
1.De procedure
- de dagvaarding van 26 mei 2020, met producties 1-12;
- de conclusie van antwoord, met producties 1-23;
- het tussenvonnis van 17 maart 2021 waarin een mondeling behandeling is bevolen;
- de rolbeslissing van 31 maart 2021 waarin is bepaald dat de mondeling behandeling via Skype voor Bedrijven zal plaatsvinden;
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 25 mei 2021 en de daarin genoemde stukken.
2.De feiten
- Zomer: 28⁰C / 80%
- Winter: -10⁰C/ 1g/kg
- Een orderbevestiging, waaruit volgt dat Wima een Daikin LBK type 15.9s2004.F.0086-001/00
- een technische tekening van de LBK type 15.9s2004.F.0086-001/00
- een document met alle technische specificatie van de LBK type 15.9s2004.F.0086-001/00
- In overleg met Homij hebben wij een plan van aanpak opgesteld, waarin de herstelwerkzaamheden met betrekking tot de bovengenoemde gebreken zijn uitgewerkt. Wij hebben de definitieve versie daarvan op 8 mei 2017 om 14:49 uur per e-mail aan u verzonden.
- Tijdens het overleg d.d. 3 mei 217 zijn wij overeengekomen dat wij een gedeelte van de werkzaamheden zelf wensen uit te voeren. te weten het aanleggen van een gedeelte van het leidingwerk. Het leveren van de naverwarmings- en koelbatterij alsmede De overige werkzaamheden, waaronder de regeltechniek, zullen wij voor uw rekening en risico uitvoeren.
€ 47.174,03 ex btw. Wima heeft haar kosten begroot op € 36.875,09 ex btw.
3.Het geschil
- veroordeling van Gasco tot betaling van € 85.479,12 exclusief btw ten titel van schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf de datum waarop de schadebedragen zijn gevallen tot aan de dag van volledige betaling;
- veroordeling van Gasco tot betaling van € 1.629,79 exclusief btw aan buitengerechtelijke incassokosten;
- veroordeling van Gasco in de proceskosten en de nakosten.
4.De beoordeling
met Gascomocht verwachten. Dit betekent dat niet is gebleken dat de door Gasco op grond van de overeenkomst geleverde LBK niet aan die koopovereenkomst beantwoordt. Daarmee is evenmin gebleken dat Gasco is tekortgeschoten in de nakoming van de koopovereenkomst. De vorderingen van [eiser] zijn daarom niet voor toewijzing vatbaar.