Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de meervoudige kamer in de zaak tussen
[Naam], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan over de intrekking van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd van een Syrische eiser, die was veroordeeld voor doodslag. De rechtbank heeft op 6 juli 2021 geoordeeld dat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid terecht de verblijfsvergunning van de eiser heeft ingetrokken met terugwerkende kracht tot 16 mei 2018, en hem een inreisverbod voor tien jaar heeft opgelegd. De eiser, die in 2015 naar Nederland was gevlucht, had een verblijfsvergunning gekregen, maar werd in 2019 veroordeeld tot een gevangenisstraf van 13 jaar voor doodslag. De rechtbank oordeelde dat de eiser een gevaar voor de openbare orde vormt, zoals bedoeld in de Vreemdelingenwet 2000, en dat de intrekking van de verblijfsvergunning en het inreisverbod niet in strijd zijn met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De rechtbank heeft de argumenten van de eiser, waaronder zijn spijt en de lage kans op recidive, gewogen, maar oordeelde dat de belangen van de samenleving zwaarder wegen dan die van de eiser. Het beroep van de eiser werd ongegrond verklaard.