Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[Naam 1], eiser,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiser, een Tunesische man, beroep ingesteld tegen de intrekking van zijn verblijfsvergunning regulier verblijf als familie- of gezinslid. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 26 november 2020 besloten de verblijfsvergunning van eiser met terugwerkende kracht in te trekken, omdat hij niet langer voldeed aan de voorwaarden van de vergunning. Eiser was gehuwd geweest met [Naam 2], maar de relatie was per 16 januari 2020 beëindigd. Eiser heeft op 22 december 2020 beroep ingesteld tegen dit besluit, maar is niet verschenen op de zitting op 16 april 2021. De rechtbank heeft de zaak behandeld en de uitspraaktermijn met zes weken verlengd.
De rechtbank overweegt dat eiser niet langer voldoet aan het verblijfsdoel van de vergunning, aangezien de relatie met [Naam 2] is verbroken. Eiser heeft aangevoerd dat de intrekking van zijn verblijfsvergunning in strijd is met zijn recht op eerbiediging van zijn privéleven, zoals vastgelegd in artikel 8 van het EVRM. Hij stelt dat hij zijn leven in Tunesië heeft opgegeven om in Nederland te kunnen blijven en dat hij een onmisbare werknemer is in een distributiecentrum. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de staatssecretaris voldoende heeft gemotiveerd dat de intrekking van de verblijfsvergunning niet in strijd is met het privéleven van eiser.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris een belangenafweging heeft gemaakt tussen de belangen van eiser en de belangen van de Nederlandse staat bij een restrictief migratiebeleid. Eiser heeft geen bijzondere omstandigheden aangevoerd die zouden rechtvaardigen dat de intrekking van zijn verblijfsvergunning achterwege blijft. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en geoordeeld dat de intrekking van de verblijfsvergunning met terugwerkende kracht niet onrechtmatig of onredelijk is. Eiser moet Nederland en de Europese Unie binnen vier weken verlaten.