ECLI:NL:RBDHA:2021:6990

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 april 2021
Publicatiedatum
7 juli 2021
Zaaknummer
9042884 \ EJ VERZ 21-81077
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Berusting in ontslag op staande voet en toewijzing van vergoedingen in arbeidsrechtelijke geschil

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 6 april 2021 uitspraak gedaan in een arbeidsrechtelijk geschil tussen een verzoeker en de besloten vennootschap Prosperity International B.V. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. R.J. Maassen, had een verzoek ingediend na ontslag op staande voet door Prosperity International per 5 januari 2021. De werkgever was niet verschenen in de procedure en had niet gereageerd op het verzoekschrift. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen dringende reden was voor het ontslag op staande voet, zoals bedoeld in artikel 7:677 BW, en dat de verzoeker berustte in het ontslag, omdat de verhouding tussen partijen verstoord was.

De kantonrechter heeft de vorderingen van de verzoeker toegewezen, waaronder de transitievergoeding, de vergoeding wegens onregelmatige opzegging en een billijke vergoeding. De hoogte van deze vergoedingen werd als billijk beoordeeld, rekening houdend met de omstandigheden van het geschil. Daarnaast werd Prosperity International veroordeeld in de kosten van de procedure, die op dat moment waren vastgesteld op € 583,00, inclusief het salaris van de gemachtigde van de verzoeker. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de werkgever werd verplicht om binnen 14 dagen een deugdelijke bruto/netto specificatie te verstrekken, op straffe van een dwangsom.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Zittingsplaats Gouda
JPV
Rolnr.: 9042884 \ EJ VERZ 21-81077
Datum: 6 april 2021
Beschikking van de kantonrechter in de zaak:
[verzoeker](toev.nr. 3LA3632),
te [woonplaats] ,
verzoekende partij,
gemachtigde: mr. R.J. Maassen,
tegen
de besloten vennootschap Prosperity International B.V.,
te Reeuwijk,
verwerende partij,
niet verschenen.
Partijen worden hierna aangeduid als “ [verzoeker] ” en “Prosperity International”.

1.Procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
- het verzoekschrift, ter griffie ingekomen d.d. 22 februari 2021;
- het betekeningsexploot d.d. 22 maart 2021;
Op 24 maart 2021 heeft er een mondelinge behandeling van het verzoek plaatsgevonden waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt.

2.Overwegingen

2.1
[verzoeker] verzoekt, bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad, hetgeen in het verzoekschrift is vermeld.
2.2
Prosperity International is blijkens het betekeningsexploot behoorlijk opgeroepen, maar is niet ter zitting verschenen. Evenmin heeft Prosperity International op andere wijze gereageerd.
2.3
De kantonrechter overweegt als volgt.
2.4
[verzoeker] is door Prosperity International per 5 januari 2021 op staande voet ontslagen. [verzoeker] heeft aangevoerd dat geen sprake is van een dringende reden ex artikel 7:677BW die een ontslag op staande voet rechtvaardigt. Wel berust [verzoeker] in het ontslag, omdat de verhouding tussen partijen inmiddels is verstoord. De kantonrechter volgt die lezing. Immers heeft Prosperity International hetgeen in het verzoekschrift en de gegeven toelichting ter zitting niet weersproken en de vorderingen komen de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor. Dit leidt er toe dat de verzochte transitievergoeding en de vergoeding wegens onregelmatige opzegging worden toegewezen.
De verzochte billijke vergoeding zal eveneens worden toegewezen, omdat de hoogte van dit bedrag, gelet op de omstandigheden van het onderhavige geschil, naar het oordeel van de kantonrechter billijk is.
2.5
Prosperity International wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van de procedure veroordeeld.

3.Beslissing

De kantonrechter:
- veroordeelt Prosperity International om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [verzoeker] te betalen:
I de transitievergoeding van € 1.098,81 bruto;
II de vergoeding wegens onregelmatige opzegging van € 2.540,42 bruto;
III een billijke vergoeding van € 7.277,76 bruto.
- veroordeelt Prosperity International om binnen 14 dagen na heden aan [verzoeker] te verstrekken een deugdelijke bruto/netto specificatie, waarin de hierboven onder I t/m III vermelde bedragen zijn verwerkt, op straffe van een dwangsom van € 50,00 per dag, voor iedere dag dat Prosperity International hieraan niet voldoet aan de beschikking, met een maximum van € 5.000,00;
- veroordeelt Prosperity in de kosten van het geding, tot op heden vastgesteld op een bedrag van € 583,00 waarvan een bedrag van € 498,00 als het aan de gemachtigde van [verzoeker] toekomende salaris;
- verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst het meer of anders gevorderde af.
Deze beschikking is gegeven door kantonrechter mr. P.M. Frinking en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 6 april 2021.