Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 8 juli 2021 in de zaak tussen
[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres
Procesverloop
Overwegingen
Waar gaat deze zaak over?
in zijn geheelteruggevorderd. Daarnaast is het niet duidelijk of eiseres na het beëindigen van haar werkzaamheden per 1 januari 2018 nog recht heeft op een nieuwe werkloosheidsuitkering of een bovenwettelijke uitkering. Daarom is de vordering beperkt tot het toegekende prepensioen. Dit betekent dat de bovenwettelijke uitkering per 1 december 2017 ten onrechte in zijn geheel is beëindigd. Dit betekent dat de vordering na een correctie wordt verlaagd tot € 27.751,17.
Beslissing
mr. J.R. van Veen, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 8 juli 2021.