ECLI:NL:RBDHA:2021:6975
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bewonersparkeervergunning op basis van nieuwe beleidsregels en POET-lijst
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 31 mei 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, die een bewonersparkeervergunning had aangevraagd, en het college van burgemeester en wethouders van Delft. De aanvraag werd afgewezen op basis van de nieuwe beleidsregels met betrekking tot parkeren op eigen terrein (POET). De rechtbank oordeelde dat de eiser niet in een ongunstigere positie was gekomen door de toepassing van deze nieuwe regels. De rechtbank overwoog dat de afwijzing van de vergunning terecht was, omdat de eiser op de POET-lijst stond en derhalve niet voldeed aan de voorwaarden voor het verkrijgen van een bewonersparkeervergunning. De rechtbank bevestigde dat het ontbreken van een rechtsmiddelenclausule in het primaire besluit de termijnoverschrijding voor het indienen van bezwaar verschoonbaar maakte, maar dat dit niet leidde tot een andere uitkomst in de zaak. De rechtbank verklaarde het beroep van de eiser ongegrond en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.