Uitspraak
Scheiding
Beschikking op het op 23 december 2019 ingekomen verzoek van:
[X]
[Y]
Procedure
- het verzoekschrift;
- het bericht van 10 januari 2020, met bijlagen, van de zijde van de vrouw;
- de stelbrief met het uitstelverzoek van 14 januari 2020 van de zijde van de man;
- het verweerschrift tevens verzoekschrift van 16 maart 2020 van de zijde van de man;
- het bericht met wijziging van de raadsvrouw van de zijde van de vrouw;
- het uitstelverzoek van 14 april 2020 van de zijde van de vrouw;
- het uitstelverzoek van 14 mei 2020 van de zijde van de vrouw;
- het uitstelverzoek van 10 juni 2020 van de zijde van de vrouw;
- het uitstelverzoek van 6 augustus 2020 van de zijde van de vrouw;
- het verweer tegen het zelfstandig verzoek van 2 oktober 2020 van de zijde van de vrouw;
- het bericht van 12 november 2020, met als bijlage onder meer een formulier verdelen en verrekenen, van de zijde van de man;
- het bericht van 16 november 2020, met als bijlage het formulier verdelen en verrekenen, van zijde van de vrouw;
- het bericht van 11 februari 2021, met als bijlage een afschrift van de huwelijksakte, van de zijde van de vrouw;
- het aanvullend verweerschrift tevens houdende aanvulling zelfstandig verzoek van 15 maart 2021, met bijlagen, van de zijde van de man;
- het aanvullend verzoekschrift van 5 mei 2021, met bijlagen, van de zijde van de vrouw;
- het bericht van 17 mei 2021, met bijlagen, van de zijde van de man;
- het bericht van 17 mei 2021, met bijlagen, van de zijde van de vrouw;
- het bericht van 25 mei 2021, met bijlage, van de zijde van de vrouw;
- het bericht van 25 mei 2021, met bijlage, van de zijde van de vrouw;
- het bericht van 26 mei 2021 van de zijde van de man.
- de vrouw, bijgestaan door haar advocaat en (gedurende een deel van de zitting) een tolk, mevrouw Pucetaite;
- de man, bijgestaan door zijn advocaat en (gedurende een deel van de zitting) een tolk, mevrouw Abdullah;
- E. Garcia, namens de Raad voor de Kinderbescherming.
Feiten
- [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2007 te ’ [geboorteplaats 1]
- [minderjarige 2] geboren op [geboortedatum 2] 2008 te [geboorteplaats 2] .
- Partijen oefenen het gezamenlijk gezag over de kinderen uit.
- De man en de kinderen zijn volgens een uittreksel van de Basisregistratie Personen (BRP) in ieder geval Brits Burger. De vrouw heeft blijkens een uittreksel van de BRP in ieder geval Litouwse nationaliteit.
- Bij vonnis in kort geding van 1 april 2021 van deze rechtbank is:
- de man veroordeeld om met onmiddellijke ingang maandelijks aan de vrouw een bedrag van € 800,- te betalen voor het levensonderhoud van de vrouw en de kinderen, telkens bij vooruitbetaling te voldoen, totdat de familierechter meer of anders heeft beslist;
- de man veroordeeld om binnen 48 uur na het wijzen van dit vonnis mee te werken aan het op naam van de vrouw stellen van de Opel Astra van partijen onder gelijktijdige bezitsverschaffing van deze auto aan de vrouw, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 100,- per dag dat de man daarmee in gebreke blijft, met een maximum van € 5.000,-, en is de man veroordeeld de aan de auto verbonden vaste kosten (verzekeringen en belastingen) tijdig en volledig te voldoen, een en ander totdat de familierechter meer of anders heeft beslist.
Verzoek en verweer
- aanhechting van het door partijen ondertekenende ouderschapsplan;
- bepaling van de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de vrouw;
- vaststelling van een zorgregeling, inhoudende dat de kinderen bij de man zijn:
- om het weekend van vrijdagmiddag uit school tot maandagochtend naar school;
- iedere woensdag uit school tot donderdag naar school;
- bepaling dat de man met ingang van de datum van de beschikking maandelijks, per vooruitbetaling, een bedrag van € 517,- per kind per maand, dan wel een zodanige bijdrage als de rechtbank juist acht, aan de vrouw zal voldoen, als bijdrage in het levensonderhoud van de kinderen;
- bepaling dat de man met ingang van de datum van de beschikking maandelijks, per vooruitbetaling, een bedrag van € 4.405,- per maand, dan wel een zodanige bijdrage als rechtbank juist acht, aan de vrouw zal voldoen, als bijdrage in haar levensonderhoud;
subsidiair:
- bepaling dat de man op grond van de exhibitieplicht ex artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) inzicht dient te geven in de saldi op alle bankrekeningen per peildatum, alsmede op de waarde van de panden in het Verenigd Koninkrijk die op naam van de man staan, de waarde van alle auto’s waarvan de man eigenaar is en de waarde van de levensverzekering;
- vaststelling van de verdeling c.q. verrekening van de vermogensrechtelijke gevolgen van de echtscheiding conform het formulier verdelen en verrekenen van de vrouw, althans zelf de wijze van verdeling vast te stellen,
- primair:aanhechting van het door partijen op te stellen ouderschapsplan, en voor zover rechtens mogelijk, de daarin getroffen regelingen in de beschikking op te nemen;
- subsidiair:
- bepaling van de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de man;
- vaststelling van een zorgregeling, waarbij de kinderen bij de man zijn:
- de helft van de feestdagen, (school)vakanties en verjaardagen kinderen, nader te bepalen in onderling overleg
- Vaderdag en de verjaardag van de man;
- bepaling dat de vrouw op grond van de exhibitieplicht ex artikel 843a Rv afdoende inzicht met de daartoe benodigde verificatoire bewijsstukken per de peildatum 23 december 2019 aan de man dient te verstrekken in en met betrekking tot alle saldi, de omvang en de samenstelling van al haar bankrekeningen, alsmede de waarden, de omvang en de samenstelling van alle overige activa en passiva, behorende tot der partijen ontbonden algehele gemeenschap van goederen en zulks in het bijzonder met betrekking tot de woning in Litouwen waarin de moeder van de vrouw thans woonachtig is;
- vaststelling van de verdeling van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap zoals omschreven in het door de man nader ingediende webformulier verdelen en verrekenen alsmede zoals omschreven en verzocht in het aanvullend verweerschrift van 15 maart 2021, in het kader waarvan door de rechtbank dient te worden bepaald dat de vrouw wegens overbedeling aan de man moet betalen de helft van het bedrag waarmee zij wordt overbedeeld bij de verdeling van de onroerende zaken, de hypotheekschulden en de overige schulden, verminderd of vermeerderd met het verschil van de over- of onderbedeling ter zake de door de man verzochte verdeling van de auto’s en de saldi van de bankrekeningen;
- indien de rechtbank bepaalt dat de man enig bedrag aan partneralimentatie moet betalen:
- primair:bepaling dat de alimentatieplicht van de man wordt gelimiteerd tot een redelijke termijn van één kalenderjaar vanaf de datum van ontbinding van het huwelijk van partijen door echtscheiding dan wel een zodanige termijn als de rechtbank in goede justitie juist en redelijk acht;
- subsidiair:bepaling dat de vrouw rechtens geacht kan worden vanaf de datum van ontbinding van het huwelijk door echtscheiding, althans binnen een redelijke termijn van één kalenderjaar vanaf de datum van ontbinding van het huwelijk van partijen dan wel een zodanige termijn als de rechtbank in goede justitie juist en redelijk acht, in staat te zijn zelf door middel van inkomen generende arbeid volledig te kunnen voorzien in haar eigen huwelijksgerelateerde alimentatie(rest)behoefte, alsmede te bepalen dat die zodanige huwelijksgerelateerde alimentatie(rest)behoefte van de vrouw na ommekomst van zodanig door de rechtbank vast te stellen termijn alsdan nihil bedraagt, weshalve de man daarin dan niet (meer) met enig bedrag aan partneralimentatie heeft bij te dragen;
- meer subsidiair:met betrekking tot de limitering van de alimentatieplicht van de man jegens de vrouw, de nihilstelling en/of beperking van de huwelijksgerelateerde alimentatie(rest)behoefte van de vrouw jegens de man zodanig te beslissen als de rechtbank te dezer zake juist en redelijk zal achten tussen partijen,
Beoordeling
€ 220,-
Beslissing
- [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2007 te [geboorteplaats 1]
- [minderjarige 2] geboren op [geboortedatum 2] 2008 te ’ [geboorteplaats 2]
- vanaf dinsdag uit school 16.00 uur tot donderdag uit school 16.00 uur;
- vanaf vrijdag uit school 16.00 uur tot zondag 16.00 uur;
- de helft van de feestdagen, (school)vakanties en verjaardagen kinderen, in onderling overleg te bepalen;
- Vaderdag en de verjaardag van de man;
- het 50%-eigendomsaandeel in de woning aan [adres huwelijksstad 1] te [huwelijksplaats] ,
- het 2/27e-eigendomsaandeel in de woning aan [adres huwelijksstad 2] te [huwelijksplaats] ;
- het 100%-eigendomsaandeel in de woning aan [straatnaam] te [huwelijksplaats] ;