ECLI:NL:RBDHA:2021:6784
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van een terugkeerbesluit in het bestuursrecht en vreemdelingenrecht met betrekking tot een asielaanvraag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 30 juni 2021, wordt het beroep van eiseres gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, die door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen als kennelijk ongegrond. Tevens was er een terugkeerbesluit opgelegd. Eiseres heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en een verzoek tot voorlopige voorziening ingediend. De rechtbank had eerder een tussenuitspraak gedaan waarin verweerder de gelegenheid kreeg om het geconstateerde gebrek in het besluit te herstellen. Echter, de rechtbank oordeelt dat het herstel onvoldoende is, omdat er geen aandacht is besteed aan de samenhang met de zaak van de minderjarige broer van eiseres, wiens terugkeerbesluit ook was ingetrokken zonder dat het gebrek in die zaak was hersteld.
De rechtbank benadrukt dat de belangen van de minderjarige broer van eiseres in acht moeten worden genomen en dat er onvoldoende is gemotiveerd waarom het terugkeerbesluit opnieuw van kracht is. De rechtbank legt verweerder een termijn van zes weken op om een nieuw besluit te nemen, met een dwangsom van € 100 per dag bij overschrijding van deze termijn, tot een maximum van € 7.500. Daarnaast wordt verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die zijn begroot op € 1.068. De uitspraak is openbaar gemaakt en biedt eiseres de mogelijkheid om in beroep te gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.