Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[Verdachte],
De vordering
De beoordeling van de vordering
- het betreft een verdenking van doodslag, zijnde een misdrijf als omschreven in artikel 67 lid 1 Sv, dat gezien zijn aard een ernstige inbreuk op de rechtsorde oplevert;
- het belang van het onderzoek vordert dringend dat op Facebook wordt ingelogd en dat de gegevens die daarin zijn verwerkt (de Messenger berichten) worden vastgelegd, omdat over (bijvoorbeeld het precieze tijdstip van) de dood van het slachtoffer nog onduidelijkheid bestaat, de Messenger berichten betrekking hebben op de periode dat het slachtoffer vermist was en er volgens de officier van justitie geen andere mogelijkheden meer zijn om belastend dan wel ontlastend bewijsmateriaal jegens de verdachte te verkrijgen;
- de Messenger berichten betreffen gegevens die klaarblijkelijk van de verdachte afkomstig zijn of voor hem bestemd zijn, aangezien het blijkens de vordering onder meer gaat over audioberichten die de verdachte op 18 oktober 2020 via Messenger heeft gestuurd.
Beslissing
de Messenger berichten in de periode van 2 tot en met 20 oktober 2020– vast te leggen, en