Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Nunez(ECLI:CE:ECHR:2011:0628JUD005559709).
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 juni 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de afwijzing van een aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd. Eiser, een Mauritaanse man die sinds 2001 in Nederland verblijft, had bezwaar gemaakt tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat zijn aanvraag kennelijk ongegrond had verklaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser niet in aanmerking komt voor vrijstelling van het mvv-vereiste, omdat er geen sprake is van familie- of privéleven in de zin van artikel 8 van het EVRM. Eiser heeft in het verleden meerdere aanvragen ingediend, maar deze zijn steeds afgewezen. De rechtbank heeft overwogen dat eisers banden met Nederland niet exceptioneel zijn, aangezien deze zijn opgebouwd zonder een geldige verblijfsstatus. Eiser heeft aangevoerd dat hij kampt met psychische problemen en dat hij en zijn vriendin in Mauritanië in een achtergestelde positie zouden komen, maar de rechtbank heeft deze argumenten niet overtuigend geacht. De rechtbank heeft geoordeeld dat de staatssecretaris terecht heeft overwogen dat het bezwaar van eiser kennelijk ongegrond was, en heeft het beroep ongegrond verklaard. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.