ECLI:NL:RBDHA:2021:6700
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een wrakingsverzoek tegen een rechter in een civiele procedure
Op 21 mei 2021 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan op het wrakingsverzoek van verzoekster tegen mr. J.C. van den Dries, rechter in een civiele procedure. Verzoekster verzocht om wraking op basis van de stelling dat de rechter haar niet voldoende ruimte had gegeven om haar verhaal te doen en haar meerdere keren had onderbroken. De wrakingskamer heeft het verzoek afgewezen, omdat uit het proces-verbaal bleek dat verzoekster voldoende gelegenheid had gekregen om haar standpunt naar voren te brengen. De wrakingskamer oordeelde dat het enkele feit dat verzoekster was onderbroken niet voldoende was om te concluderen dat er sprake was van (de objectief gerechtvaardigde schijn van) partijdigheid. De procedure waar het wrakingsverzoek betrekking op had, betrof een wijziging van de zorgregeling van de dochter van verzoekster, waarbij de rechter de orde op de zitting diende te bewaken. De wrakingskamer concludeerde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel trokken. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.