Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 juni 2021 in de zaak tussen
[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres
het college van burgemeester en wethouders van Delft, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
26 mei 2020 stond eiseres in de Basisregistratie Personen (BRP) ingeschreven als niet-ingezetene (RNI). Zij verbleef toen niet in Nederland. Met ingang van 27 mei 2020 staat eiseres ingeschreven op het adres [adres] [huisnummer] te [plaats] (het uitkeringsadres). Op 13 juli 2020 heeft de bewindvoerder van eiseres namens haar opnieuw bijstand aangevraagd. Op het aanvraagformulier is aangegeven dat eiseres bij haar moeder inwoont en dat
27 mei 2020 als ingangsdatum gehanteerd moet worden. Bij het primaire besluit heeft verweerder met ingang van 13 juli 2020 een bijstandsuitkering aan eiseres toegekend. Eiseres heeft tegen het primaire besluit bezwaar gemaakt omdat zij het niet eens is met de ingangsdatum van de uitkering.
13 juli 2020 bijstand kon aanvragen. Het lag op de weg van haar bewindvoerder om ervoor te zorgen dat eiseres ingeschreven werd in de BRP en om tijdig bijstand aan te vragen. Eiseres of haar bewindvoerder hebben verweerder ook niet ingelicht dat het inschrijven van eiseres in de BRP problemen gaf. Dit kan verweerder dan ook niet worden tegengeworpen.
Beslissing
mr. R.A.E. Bach, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 3 juni 2021.