13.1.Zoals hierboven overwogen is de rechtbank, gelet op de belangen van de zoon, van oordeel dat verweerder in deze zaak niet zonder nader onderzoek heeft kunnen concluderen dat eiseres niet in aanmerking komt voor een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw. Dit brengt met zich dat het bestreden besluit ook ten aanzien van het inreisverbod geen stand kan houden.
14. Het beroep is gegrond en het bestreden besluit zal in zijn geheel worden vernietigd. De rechtbank ziet geen aanleiding zelf in de zaak te voorzien of een bestuurlijke lus toe te passen, omdat het allereerst aan verweerder is een nieuwe afweging te maken met inachtneming van deze uitspraak.
15. Nu het beroep gegrond wordt verklaard zal de rechtbank verweerder veroordelen in de door eiseres gemaakte proceskosten. De rechtbank stelt de kosten van de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.068,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting, met een waarde van € 534,- per punt en een wegingsfactor 1).
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt verweerder op een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak, binnen acht weken na verzending van deze uitspraak;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.068.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.M.E. Kessels, rechter, in aanwezigheid van
mr. W.H. Mentink, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 8 juni 2021.
de griffier is verhinderd te ondertekenen rechter
Afschrift verzonden aan partijen op: 8 juni 2021.