Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
- duwen en/of trekken en/of slaan tegen het lichaam van die [slachtoffer] en/of
- vastpakken en/of vasthouden van die [slachtoffer] en/of
- (meermalen) roepen (vertaald) "steek hem", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
- een of meerdere malen steken met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in het gezicht en/of in de zij, althans het lichaam van die [slachtoffer] ,
3.De bewijsbeslissing
We gaan vechte, Haagse, 5/6 negers, Doen biggie, Hun hebbe shenk”. Ook heeft [neef slachtoffer] zijn neef [slachtoffer] gebeld en hem gezegd dat hij problemen had en dat hij bang was. Hij heeft [slachtoffer] gevraagd om te komen. [slachtoffer] is vervolgens uit zijn woning naar buiten gerend en zijn broer [broer slachtoffer] is achter hem aangerend. Bij de tramhalte Goudriaankade trof [slachtoffer] de groep jongens die de clipshoot had opgenomen. Samen met [naam 4] , een jongen die onderweg met hem mee was gerend, liep [slachtoffer] naar de groep jongens en vroeg hij wie zijn neefje had geslagen. Nadat [medeverdachte 1] had geantwoord dat hij dat had gedaan, sloeg [slachtoffer] [medeverdachte 1] . Daarop ontstond chaos en een schermutseling bij de tramhalte, waarbij meerdere jongens betrokken zijn geweest. In een tijdspanne van zestien seconden, zo blijkt uit de camerabeelden, verplaatste een groep zich vechtend vanaf de tramhalte naar een aan de Rijswijkseweg geparkeerde auto. Daar viel de groep uiteen en renden personen weg.
allejongens die bij de tramhalte stonden ook meebewegen naar de auto. Op de camerabeelden is wel te zien dat meerdere personen met [slachtoffer] richting de auto bewegen en dat meer dan twee personen bij [slachtoffer] bij de auto staan, maar niet is vast te stellen dat [verdachte] één van deze personen is. [verdachte] heeft dit zelf steeds ontkend en tevens verklaard dat hij na de confrontatie bij de tramhalte tussen de geparkeerde auto’s door is weggerend. De camerabeelden bieden steun voor deze verklaring, nu hierop te zien is dat een aantal jongens wegloopt tussen de auto’s als [slachtoffer] nog bij de auto staat met andere jongens. Ook strookt de verklaring van [verdachte] met de camerabeelden van [bedrijfsnaam] aan de Rijswijkseweg , waarop te zien is dat drie jongens langsrennen, te weten [verdachte] , [naam 2] en [naam 3] . Tenslotte komt zijn verklaring overeen met de door de verbalisanten beschreven vluchtroute van [verdachte] in het dossier, alsmede met de verklaringen van [naam 2] en [naam 3] . Gelet op het voorgaande kan niet worden vastgesteld dat [verdachte] één van de jongens was die met [slachtoffer] meebewoog naar de auto en evenmin dat hij bij de auto ter plaatse was toen aldaar de (gewelds)handelingen tegen [slachtoffer] plaatsvonden. Derhalve blijkt niet van enige wezenlijke bijdrage van [verdachte] aan dit geweld tegen [slachtoffer] .
dip hem, dip hem” (dat betekent: steek hem) is geroepen, maar er bevinden zich geen aanwijzingen in het dossier dat [verdachte] dit heeft geroepen, zodat ook op dit punt niet blijkt van enige bijdrage van [verdachte] aan het geweld.