Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de meervoudige kamer van 30 april 2021 in de zaak tussen
[eiser], v-nummer [nummer], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
persoonlijk gedragvan eiser wijst verweerder er niet alleen op dat eiser strafrechtelijk is veroordeeld wegens het begaan van misdrijven die voortkomen uit zijn persoonlijk gedrag en een inbreuk vormen op de openbare orde, maar neemt ook de ernst en de aard van die misdrijven in aanmerking. Verweerder betrekt daarbij in dit verband niet ten onrechte dat eiser, nadat hij eerder is geconfronteerd met een mogelijke verblijfsbeëindiging vanwege strafrechtelijke antecedenten en hem te kennen is gegeven dat daarvan wordt afgezien, in diezelfde maand wederom een misdrijf heeft gepleegd. Hieruit mag verweerder de conclusie trekken dat een dreiging van mogelijke verblijfsbeëindiging niet heeft geleid tot een verbetering van eisers gedrag. Ook acht verweerder in dit verband niet ten onrechte van belang dat de opgelegde Tbs-maatregel nog altijd voortduurt, gelet waarop zich geen situatie voordoet waarin sprake is van een positieve gedragsverandering die in volledige vrijheid heeft plaatsgevonden en geruime tijd zonder problemen heeft standgehouden en gelet waarop een recidiverisico kan worden aangenomen. Dat eiser meerdere malen tijdens de lopende proeftijd opnieuw een misdrijf heeft gepleegd en daarvoor is veroordeeld, waardoor de voorwaardelijk opgelegde straf alsnog ten uitvoer is gelegd, betrekt verweerder eveneens niet ten onrechte bij zijn beoordeling.
actuele bedreiginguitgaat. Hierbij acht verweerder niet ten onrechte van belang dat eiser op jonge leeftijd in aanraking is gekomen met justitie en de misdrijven die hij nadien heeft gepleegd ernstiger van aard zijn geworden en bij herhaling zijn gepleegd, gelet waarop een recidiverisico wordt aangenomen. Ook betrekt verweerder hierbij niet ten onrechte dat de aan eiser opgelegde Tbs-maatregel met bevel tot verpleging na oplegging daarvan is verlengd en nog altijd voortduurt. Hieruit leidt verweerder niet ten onrechte af dat eisers bedreiging voor de openbare orde voortduurt. Ten aanzien van de aanwezigheid van een
werkelijke en voldoende ernstige bedreiging voor een fundamenteel belang van de samenlevingwijst verweerder er niet ten onrechte op dat eiser herhaaldelijk onherroepelijk is veroordeeld voor (zeer) ernstige (gewelds)misdrijven en bij zijn laatste veroordeling een Tbs-maatregel met bevel tot verpleging is opgelegd die nog altijd ten uitvoer wordt gelegd. Niet ten onrechte slaat verweerder hierbij acht op de overwegingen van het Gerechtshof in het vonnis van 4 januari 2017, die ten grondslag liggen aan de oplegging van de Tbs-maatregel. Dit leidt verweerder niet ten onrechte tot de conclusie dat sprake is van werkelijk en voldoende ernstig gedrag dat een bedreiging vormt voor het fundamentele belang van de samenleving om gevrijwaard te blijven van criminaliteit
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de besluiten van 17 juni 2019 en 8 december 2020;
- herroept het besluit van 18 maart 2019 voor zover daarbij de op 12 juni 2008 verleende verblijfsvergunning is ingetrokken en bepaalt dat deze wordt ingetrokken per 24 maart 2015;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit van 8 december 2020;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.335,-.