7.8De rechtbank kan de rechtsgevolgen van het bestreden besluit niet in stand laten of zelf in de zaak voorzien. Nu het standpunt dat zich een dwingende grond voordoet om de gevraagde vergunning te verlenen niet houdbaar is, betekent dit immers dat alsnog een belangenafweging (na bezwaar) moet plaatsvinden. Het is aan verweerder om deze belangenafweging te maken, nu de beslissing om wel of geen vergunning te verlenen een discretionaire bevoegdheid van verweerder betreft. Verweerder dient dan ook, met inachtneming van hetgeen in deze uitspraak is overwogen, opnieuw te beslissen op het bezwaar tegen de omgevingsvergunning voor zover die ziet op de tweestammige boom. Aan bespreking van de beroepsgronden die zien op de belangenafweging komt de rechtbank gelet op het vorenstaande niet toe.
8. Omdat de rechtbank het beroep van eisers II gegrond verklaart, bepaalt de rechtbank dat verweerder aan eisers II het door hen betaalde griffierecht vergoedt.
9. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eisers II gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van de door eisers II overgelegde factuur van MANZ legal en het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 534,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift met een waarde van € 534,- en een wegingsfactor 1) en € 726,- ter vergoeding voor de kosten van het rapport Sneep II van 6 september 2019, zijnde in totaal € 1.260,-.
10. Laatstvermelde kosten komen naar het oordeel van de rechtbank voor vergoeding in aanmerking, omdat eisers II dit rapport hebben laten opstellen om hun standpunt dat de boom niet binnen 0.5 meter van de erfgrens staat te onderbouwen. Uit de door eisers overgelegde factuur blijkt dat in totaal vijf uur tegen een uurtarief van € 120,- exclusief BTW, is besteed aan het opstellen van het rapport. De rechtbank acht het aantal uren dat is besteed aan dit rapport redelijk. Gelet op artikel 2, eerste lid, aanhef en onder b, van het Besluit proceskosten bestuursrecht, in samenhang met artikel 8:36, tweede lid, van de Awb, en artikel 6 van het Besluit tarieven in strafzaken 2003, geldt voor de vergoeding van de gemaakte kosten voor een deskundigenrapport een tarief van ten hoogste € 134,04 per uur. Het te vergoeden bedrag bedraagt dan ook € 600 ,- (5 maal € 120,-). Dit bedrag moet gelet op artikel 15 van het Besluit tarieven in strafzaken 2003 worden vermeerderd met de daarvoor verschuldigde omzetbelasting van 21%, zodat het totaalbedrag € 726,- bedraagt.