Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 mei 2021 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] (Ierland), eiser
de Autoriteit Persoonsgegevens, verweerder
ABN AMRO Bank N.V., te Amsterdam
Procesverloop
De derde partij heeft een reactie ingediend.
Overwegingen
Hij is van oordeel dat de derde partij met de verstrekkingen van 5 oktober 2018, 9 november 2018, 25 april 2019 en 26 juni 2019 aan eisers inzageverzoek heeft voldaan. Het betoog van de derde partij dat zij de volgens eiser ontbrekende stukken niet verwerkt komt de verweerder, gelet op het tijdsverloop en de geldende bewaartermijnen, niet ongeloofvaardig voor. Op grond van de door eiser aangevoerde argumenten is niet aannemelijk geworden dat de derde partij deze stukken, in weerwil van haar verklaring, nog verwerkt.
Eiser verzoekt de rechtbank een deskundige te benoemen om de derde partij te dwingen de kwestie op te lossen en de derde partij op te dragen eiser en zijn echtgenote te compenseren voor directe en indirecte schade.
Beslissing
Rechtsmiddel
(…)