Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 22 april 2021 in de zaak tussen
[eiser], te [woonplaats], eiser
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gouda, verweerder
Procesverloop
[A], Functionaris Gegevensbescherming (FG).
Overwegingen
geen bezwaarkan worden gemaakt.
5.5. De rechtbank ziet geen aanleiding om een dwangsom op te leggen die wordt verbeurd bij het niet naleven van de uitspraak. Hiertoe acht de rechtbank van belang dat verweerder heeft aangegeven zo snel mogelijk een hoorzitting te organiseren, in het geval dat de rechtbank tot de conclusie komt dat verweerder alsnog een besluit op het bezwaar moet nemen. Eiser kan beroep instellen indien verweerder niet tijdig een beslissing zal nemen op zijn bezwaarschrift.
Wat is de conclusie?
Daarnaast heeft eiser ter zitting om vergoeding van zijn verletkosten gevraagd tot een bedrag van € 88,-, waartegen verweerder zich niet heeft verzet. De rechtbank stelt de verletkosten daarom ook vast op € 88,-.
Beslissing
- vernietigt het besluit van 5 december 2019;
- draagt verweerder op om binnen 8 weken na verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen en dit besluit vervolgens op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken;
- bepaalt dat verweerder aan eiser het betaalde griffierecht van € 178,- vergoedt;
- bepaalt dat verweerder de door eiser gemaakte verletkosten van € 88,- vergoedt;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.068,-.