ECLI:NL:RBDHA:2021:4357
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ongeschiktheidsontslag en verbeterkansen voor ambtenaar
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 mei 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een ambtenaar, en het college van burgemeester en wethouders van Delft. Eiseres was sinds 22 maart 2016 werkzaam als procesondersteuner en ontving op 23 augustus 2019 een eervol ontslag met ingang van 1 mei 2020. Dit ontslag werd door verweerder gerechtvaardigd op basis van ongeschiktheid voor de functie, waarbij verweerder stelde dat eiseres onvoldoende had gefunctioneerd en niet in staat was geweest om haar functioneren te verbeteren ondanks de geboden faciliteiten. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij zij aanvoerde dat zij niet voldoende in de gelegenheid was gesteld om haar functioneren te verbeteren en dat de begeleiding van verweerder tekortschietend was.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres gedurende een periode van ruim twee jaar, met enige onderbrekingen, voldoende mogelijkheden zijn geboden om haar functioneren te verbeteren. Verweerder had coaching, cursussen en feedbackgesprekken aangeboden, maar eiseres had onvoldoende initiatief getoond om deze faciliteiten te benutten. De rechtbank oordeelde dat er geen aanwijzingen waren dat het functioneren van eiseres negatief werd beïnvloed door medische klachten of zwangerschap. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af, omdat verweerder in redelijkheid tot het ontslag had kunnen besluiten.
De uitspraak benadrukt het belang van actieve deelname van de ambtenaar in het verbetertraject en de verantwoordelijkheid van de werkgever om ondersteuning te bieden, maar ook de verantwoordelijkheid van de ambtenaar om gebruik te maken van de geboden mogelijkheden.