ECLI:NL:RBDHA:2021:4237
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op grond van ongeloofwaardige bekering tot het christendom en risico bij terugkeer naar Iran
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 april 2021 uitspraak gedaan in het beroep van twee Iraanse asielzoekers, eiser en eiseres, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd hadden aangevraagd. De aanvragen werden door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen, omdat de bekering van eiseres tot het christendom niet geloofwaardig werd geacht. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van eisers over hun bekering te vaag en algemeen waren, en dat zij niet voldoende inzichtelijk hadden gemaakt wat hun persoonlijke beleving van het geloof was. De rechtbank concludeerde dat eisers niet aannemelijk hadden gemaakt dat zij bij terugkeer naar Iran een reëel risico op vervolging zouden lopen, omdat zij niet in de negatieve belangstelling van de Iraanse autoriteiten stonden. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat de Staatssecretaris terecht had geoordeeld dat de aanvragen ongegrond waren. De uitspraak benadrukt het belang van concrete en persoonlijke verklaringen in asielprocedures, vooral wanneer het gaat om geloofsafval en de gevolgen daarvan in het land van herkomst.