Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam eiser] , eiser
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
“In artikel 3.108b is bepaald dat er een beoordeling plaatsvindt of de vreemdeling bijzondere procedurele waarborgen behoeft en indien dat het geval is, dat passende steun wordt geboden. Het oordeel of er al dan niet sprake is van een behoefte aan bijzondere procedurele waarborgen is geen zelfstandig appellabel besluit. Er zal ook geen sprake zijn van een schriftelijk besluit. De beslissing om deze steun niet of niet in een bepaalde/gewenste vorm te bieden, kan dus niet afzonderlijk worden aangevochten. Hier is uitdrukkelijk voor gekozen. De reden hiervoor is dat die beoordeling zich niet beperkt tot één moment in de asielprocedure, maar eerder een continue afweging moet zijn. (...) De gekozen benadering vergt dat de medewerker van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) zich steeds de vraag stelt of de vreemdeling ondersteuning behoeft. Wanneer de vreemdeling van mening is dat hem op enig moment ten onrechte passende steun is onthouden, dan kan hij dat aanvoeren in het beroep tegen de beslissing op zijn asielaanvraag. (…) De IND is zich er vanaf de allereerste aanmelding en gedurende de verdere procedure van bewust dat zich dergelijke behoeften kunnen voordoen. Zo wordt in de aanmeldfase al aandacht besteed aan evidente kwetsbaarheden.”
“Op elke moment in de asielprocedure kan worden vastgesteld of er sprake is van een kwetsbare vreemdeling die procedurele ondersteuning nodig heeft. Al tijdens het proces van de aanmeldfase kunnen kwetsbaarheden aan het licht komen en het is van belang dat deze tijdig worden geïdentificeerd. (…) Dit beperkt zich dus niet alleen tot de aanmelding en het medisch advies, maar vergt een continue afweging en alertheid van de medewerker die verantwoordelijk is voor een volgende stap in de asielprocedure.
“In de bijlage bij deze werkinstructie is een lijst opgenomen met indicatoren/bijzonderheden die een uitwerking zijn van de in de Procedurerichtlijn genoemde omstandigheden. Wanneer er sprake is van een van deze indicatoren of bijzonderheden, is het mogelijk dat de vreemdeling bijzondere procedurele waarborgen behoeft.”
“Indien de aanvraag vermoedelijk niet in behandeling zal worden genomen op grond van artikel 30 van de Wet, zijn de artikelen 3.109, eerste, tweede, zesde en zevende lid, en 3.110 tot en met 3.118 niet van toepassing.”Artikel 3.108b van het Vb wordt hier niet genoemd en is daarom ook van toepassing wanneer de asielaanvraag vermoedelijk niet in behandeling zal worden genomen op grond van artikel 30 van de Vw.
“(…) meneer raar doet en begint te schreeuwen (…)”(pagina 1) en dat de verbalisant gedurende het gehoor een wisselende houding van eiser ziet en dat ook de tolk aangeeft dat eiser snel geïrriteerd en boos reageert (pagina 6).
“Ik ken niemand die daar was. Er waren veel mensen in de boot. Ik kende niet iedereen.”(pagina 10). Op de vraag of de Duitse autoriteiten tegen hem hebben gezegd dat hij terug moet keren naar Italië heeft eiser geantwoord:
“Het enige wat ze zeiden was dat ik naar het vuur moest worden gebracht. We hebben het niet over Italië gehad.”Ook heeft eiser verklaard:
“Ik ben niet lang in Duitsland geweest. Het enige wat ik weet, is dat zij mij dood wilde maken.”(pagina 11). Daar is niet op doorgevraagd. Pagina 2 van het verslag aanmeldgehoor bevat de opmerking:
“Opmerking rapporteur: betrokkene verheft zijn stem en slaat met zijn vuist op tafel.”Pagina 16 van het verslag aanmeldgehoor bevat de volgende slotopmerking:
“Opmerking rapporteur: betrokkene begint te schreeuwen. Hij rent de hoorkamer uit. Betrokkene wordt daar opgevangen door de beveiliging. Het gehoor wordt hierbij geëindigd.”
hieroverniet heeft begrepen of daar antwoorden op heeft gegeven die aanleiding geven tot redelijke twijfel over zijn vermogen om hierover gericht en samenhangend te verklaren. De situatie met betrekking tot de gestelde vrouw is duidelijk: eiser heeft geen contact meer met haar en kennelijk wil zij geen contact meer met eiser. Eiser heeft daarover op de zitting rustig en duidelijk verklaard. Eiser daarover alsnog met meer of andere waarborgen horen is zinloos.
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.068,-.