Op 17 maart 2021 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak betreffende een asielaanvraag. Eiseres, vertegenwoordigd door mr. A. Khalaf, had beroep ingesteld tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door H. Jahanyar, omdat er niet tijdig op haar aanvraag was beslist. De rechtbank oordeelde dat de Staatssecretaris uiterlijk op 12 juni 2020 een besluit had moeten nemen, maar dit niet had gedaan. De rechtbank stelde vast dat er sprake was van een overschrijding van de beslistermijn en dat het beroep van eiseres gegrond was. De rechtbank bepaalde dat de Staatssecretaris alsnog binnen een termijn van zestien weken een beslissing moest nemen op de aanvraag van eiseres. Tevens werd er een dwangsom van € 200,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn werd overschreden, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank oordeelde dat er aanleiding was voor deze hogere dwangsom, gezien de eerdere overschrijdingen en het belang van eiseres bij een tijdige beslissing. Eiseres kreeg ook een vergoeding van € 267,- voor de proceskosten, omdat zij juridische bijstand had ingeschakeld. De uitspraak werd openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.