ECLI:NL:RBDHA:2021:3840
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag van Salvadoraanse vreemdeling afgewezen wegens onvoldoende bescherming tegen bendegeweld
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 april 2021 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Salvadoraanse vreemdeling, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. De rechtbank oordeelde dat verweerder onvoldoende had gemotiveerd dat de autoriteiten in El Salvador bescherming bieden tegen bendegeweld, specifiek van de bende Pandilla 18. Eiser had aangevoerd dat hij sinds maart 2018 werd afgeperst door deze bende en dat hij in El Salvador geen bescherming kon krijgen van de autoriteiten, die volgens hem samenwerkten met de bende. De rechtbank stelde vast dat verweerder niet had aangetoond dat er in het algemeen bescherming wordt geboden door de Salvadoraanse autoriteiten tegen bendegeweld. De rechtbank oordeelde dat het bestreden besluit van verweerder niet voldeed aan de zorgvuldigheids- en motiveringsbeginselen, en vernietigde het besluit. De rechtbank droeg verweerder op om opnieuw te beslissen op de asielaanvraag van eiser, met inachtneming van de uitspraak. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser, die op € 1.068,- werden begroot.