Uitspraak
Internationale kinderontvoering
Beschikking op het op 19 februari 2021 ingekomen verzoek van:
[X] ,
[Y] ,
Procedure
- het verzoekschrift;
- het verweerschrift;
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat en een tolk;
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat.
- namens de Raad voor de Kinderbescherming: [medewerkster RvdK] .
Verzoek en verweer
Feiten
Beoordeling
gezamenlijke intentievan de ouders ten grondslag heeft gelegen gericht op een duurzaam verblijf van [voornaam minderjarige] in Nederland, wat naar het oordeel van de rechtbank een voorwaarde is voor een
wijzigingvan zijn verblijfplaats. Vast staat dat het de ouders ook daarna niet is gelukt om hierover overeenstemming te bereiken. Kennelijk is relatief kort na aankomst van [voornaam minderjarige] in Nederland (tussen juli en oktober 2020) tussen de ouders discussie ontstaan over de zorgregeling en de aard van het verblijf van [voornaam minderjarige] in Nederland, waarover zij met een advocaat/mediator hebben gesproken. Dit overleg heeft niet geleid tot overeenstemming en heeft duidelijk gemaakt dat de ouders lijnrecht tegenover elkaar staan in hun standpunten over waar [voornaam minderjarige] zal opgroeien–met juridische procedures in oktober tot gevolg. Doordat het de ouders niet is gelukt om nieuwe afspraken te maken over de zorgregeling met als gevolg dat de aard van [voornaam minderjarige] ’s verblijf in Nederland niet ondubbelzinnig kan worden geduid, is de rechtbank van oordeel dat de gewone verblijfplaats van [voornaam minderjarige] niet opnieuw is gewijzigd en nog steeds in Hongarije ligt. Hierbij past overigens ook de al aangehaalde uitlating van vader ter zitting dat het de bedoeling van partijen was dat [voornaam minderjarige] (pas) vanaf de schoolgaande leeftijd van vier jaar (weer) in Nederland zou komen wonen.
13 lid 1 sub b van het Verdrag zich hier voordoet. Het berichtenverkeer dat door de vader in het geding is gebracht heeft betrekking op (een incident uit) het verleden. Daaruit kan niet zonder meer een actueel risico op gevaar voor [voornaam minderjarige] bij terugkeer naar Hongarije worden afgeleid.
3 mei 2021, zijnde de derde (werk)dag na afloop van de termijn waarbinnen hoger beroep tegen de onderhavige beslissing kan worden ingediend.