ECLI:NL:RBDHA:2021:3747
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van het dwangverzoek tot instemming met een aangeboden schuldregeling in het kader van de wettelijke schuldsaneringsregeling
Op 15 april 2021 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekster een dwangverzoek indiende om instemming te verkrijgen met een door haar aangeboden schuldregeling. Ondanks de inspanningen van verzoekster om inkomsten te vergaren en te sparen voor haar schuldeisers, werd het verzoek afgewezen. De rechtbank constateerde dat een aanzienlijk deel van de schulden ouder was dan vijf jaar, wat betekent dat deze aan verjaring onderhevig konden zijn. Dit leidde tot de conclusie dat de hoogte van de schuldenlast niet vaststond, waardoor de rechtbank niet kon aannemen dat de aangeboden schuldregeling het maximaal haalbare was.
Tijdens de zitting op 8 april 2021 werd het verzoek behandeld, waarbij verzoekster en vertegenwoordigers van de schuldeisers aanwezig waren. De Gemeente Leiden en [X] weigerden in te stemmen met de aangeboden regeling, waarbij zij hun redenen uiteenzetten. De rechtbank overwoog dat het iedere schuldeiser vrijstaat om volledige betaling van zijn vordering te verlangen en dat een schuldeiser alleen onder bijzondere omstandigheden gedwongen kan worden om in te stemmen met een schuldregeling. De rechtbank concludeerde dat de verweersters in redelijkheid hun weigering konden handhaven, gezien de onduidelijkheden rondom de schuldenlast en de verjaring van vorderingen.
De rechtbank wees het verzoek tot instemming met de schuldregeling af, maar verzoekster handhaafde haar verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling, waarover later afzonderlijk vonnis zal worden gewezen.